woensdag 21 november 2012

WANDERBACH page 181


Waja nods. ‘There is no hunting here. We don’t eat meat and we hardly use animal products why they sometimes come into the village. We don’t feed them but it happens that they find food themselves. The last days they avoid the village because of you and the dog. They don’t trust. The scent of a man is unknown and the dog ..., well, you can’t blame them,’ she laughs. ‘They probably will stay away as long as you are here.’
- ‘How long I still have to stay, you think?’
- ‘Why, do you want to leave me?’
- ‘That’s not why…’
- ‘You want to go to the Gods.’ Waja looks restrained to the side. ‘We know of your quest, but it is wasted trouble. You have nothing to fear from us. We avoid aggression, except when we are threatened ourselves, what you already know from Shaah because the legend is true. We defended ourselves because they came to steal the land. They almost had conquered whole of Underearth and thought to be mightier then the Gods. They knew what they did when they crossed the sea why we couldn’t do anything else but defeat and drive them back. It was the only time we used aggression what we still see as a disgrace. Someone who comes without bad intensions like you has nothing to fear. That’s why we saved your life and took care of you, what doesn’t mean that we will encourage you to visit the Gods.’ She laughs. ‘I rather want you to stay, for ever,’ she softly says.
Tork is surprised. ‘What do you mean?’
- ‘It is not forbidden for us to live together with a man. There are none on this continent and that’s why it doesn’t happen. We are servants of the Gods; not Priestesses or Virgins like some believe. We help the Gods and protect them as a last defense. We don’t have sexual contact with them, in that we are totally self supporting.’  

Waja knikt. ‘Hier wordt niet gejaagd. Wij eten geen vlees en gebruiken bijna geen dierlijke producten waarom ze soms tot in het dorp komen. Wij voeren hen niet maar het gebeurt dat ze het zelf vinden. De laatste dagen mijden ze het dorp vanwege jou en de hond. Ze vertrouwen het niet. De geur van een man is onbekend en de hond ..., tja dat kun je hen niet kwalijk nemen,’ lacht ze. ‘Ze zullen wel wegblijven zolang jullie er zijn.’
- ‘Hoelang denk je dat ik nog moet blijven?’
- ‘Waarom? Wil je bij mij weg?’
- ‘Daarom gaat het niet…’
- ‘Je wilt naar de Goden.’ Waja kijkt rustig opzij. ‘We weten van de missie, maar het is verspilde moeite. Je hebt niets te vrezen nu je hier bent. Wij mijden agressie, behalve als we zelf worden bedreigd, wat je al weet van Shaah want de legende is waar. Wij verdedigden ons omdat zij kwamen om ons land te stelen. Zij hadden bijna heel Onderaarde veroverd en dachten machtiger dan de Goden te zijn. Ze wisten wat ze deden toen ze de zee overstaken waarom wij niet anders konden dan hen verslaan en terugdrijven. Het is de enige keer dat we agressie toepasten wat we nog altijd als een blamage beschouwen. Iemand die zonder kwade bedoelingen komt zoals jij, heeft niets te vrezen. Daarom hebben we je leven gered en je verzorgd, wat niet betekent dat we je aanmoedigen de Goden te bezoeken.’ Ze lacht. ‘Ik heb liever dat je blijft. Voor altijd,’ zegt ze zacht.
Tork is verrast. ‘Wat bedoel je?’
- ‘Ons is niet verboden met een man samen te leven. Er zijn er geen op dit continent en daarom gebeurt het niet. Wij zijn dienaressen van de Goden. Geen Priesteressen of Maagden zoals sommigen denken. Wij helpen de Goden en schermen hen af als laatste verdediging. We hebben geen seksueel contact met hen, daarin zijn we op onszelf aangewezen.’ 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten