Barg is always near or reacts immediately when
Tork calls. The dog is good friends with the caretaking women who enjoy his
caprioles which he shows off to drag their attention. He rolls grunting in the
dust, claws his paws in the air or runs after a thrown object. Outside the
cabin Barg is certain of an audience.
Inside is only Waja who keeps the patient
exclusive for herself. Not that Tork has anything against it or longs after
others. As he feels better his admiration grows and every moment they are
together makes him happy.
The time alone is dull and slow. It is not his
style to wait inactive, but as soon Waja is in he follows every move until she
sits near on the small table. In the beginning she asks the questions. Never
where he comes from or why he is in Underearth. Probably she is better informed
then he. She doesn’t ask after his adventures or what he thinks of Underearth. Her
interest is just his health and how he feels. The always laughing eyes notice
his progression and on the third day she gives him his first solid food. Not
much later she brings his clothes, washed and repaired. Every
tear carefully fixed. Tork accepts grateful.
- ‘Dress yourself; then we can go for a walk
together to see how it goes.’ He waits till she turns but Waja laughs. ‘Prudish?
In the mean time I know how you look like.’ Tork shrugs and steps out of bed.
In the beginning she has to help. His
maneuvering is confused during the forced inactiveness and he wavers sometimes,
but with every step he feels stronger and his confidence grows. They don’t go
far the first time; visit a couple of cabins that all seem the same. Sometimes
the arrangement differs in details: the color of the cushions, a different
configuration or different objects at the walls.
Binnen
is alleen Waja die de patiënt exclusief voor zichzelf houdt. Niet dat Tork
bezwaar maakt of naar anderen verlangt. Naarmate hij zich beter voelt groeit
zijn bewondering en elk moment dat ze samen zijn maakt hem blij.
De
tijd alleen is saai en langzaam. Het is niet zijn stijl werkeloos te wachten,
maar zodra Waja er is volgt hij elke beweging tot ze naast hem op het tafeltje
komt zitten. In het begin stelt zij de vragen. Nooit waar hij vandaan komt of
waarom hij in Onderaarde is. Waarschijnlijk is zij beter op de hoogte dan
hijzelf. Ze vraagt niet wat hij onderweg meemaakte of wat hij van Onderaarde
vindt. Haar interesse geldt alleen zijn gezondheid en hoe hij zich voelt. De altijd
lachende ogen noteren zijn vorderingen en op de derde dag geeft ze hem zijn
eerste vaste voedsel. Niet veel later brengt ze zijn kleren, gewassen en
herstelt. Elk scheurtje zorgvuldig gerepareerd. Tork neemt ze dankbaar in
ontvangst.
-
‘Kleed je aan. Dan kunnen we samen rondwandelen om te zien hoe het gaat.’ Hij
wacht tot zij zich omdraait maar Waja lacht. ‘Preuts? Ik weet inmiddels hoe je
eruit ziet.’ Tork haalt de schouders op en stapt uit bed.
In
het begin moet ze helpen. Zijn motoriek is in de war van het gedwongen
nietsdoen en hij wankelt soms, maar bij elke stap voelt hij zich sterker en
zijn zelfvertrouwen groeit. Ze gaan niet ver de eerste keer, bezoeken een paar
hutten die allemaal hetzelfde lijken. Soms verschilt de inrichting in details:
de kleur van de kussens, een andere opstelling of andere voorwerpen aan de
wanden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten