vrijdag 9 november 2012

WANDERBACH page 170


A bit of a strange forced choice: a never ending life in luxury or the probably painful death at sea. Is it their faith that he threw the crown overboard? Tork looks worried at the quite sleeping dog. It will be difficult to see Barg perish slowly while not understanding that his master doesn’t take care of food and water. Again he concentrates on the distance to get rid of the image.
After three days Tork has given up hope and leans with swollen tongue and burst lips weak against the hull. He’s lucky that Underearth hasn’t a hot shining sun; pure light and a lovely temperature without the relentless burning that would smolder them within hours. He looks pitiful at the dog that gasps matt and didn’t produce any excrement the last twenty-four hours. Barg doesn’t get up anymore but keeps patiently stretched to save energy and Tork follows his example. Not that it causes any trouble. He is too fatigued and weak and gave up staring any longer in the distance in the hope for land. Even if he saw something he misses the power to crawl up and change the course and the last time he looked he thought to see land everywhere until he blinked and chased the hallucination away. If they had only water, just one sip...
He grins. There is too much water that he curses. He heard stories about seawater drinking castaways until they drown themselves in total madness. Then he rather perishes!
He looks at the dog. He could kill Barg and eat its raw meat, but immediately shakes his head disgusting. Is he becoming crazy already? He rather breaks down. They survive together or not, what is the most likely.
It costs a lot of effort and yet he drags himself towards, inches over the deck until he can lay an arm around the dogs’ neck.
- ‘Forgive me, boy that I even dare to think of it.’  

Nogal een vreemd afgedwongen keuze: een nooit eindigend leven in luxe of de waarschijnlijk pijnlijke dood op zee. Is het hun noodlot dat hij de kroon overboord gooide? Tork kijkt bezorgd naar de rustig slapende hond. Het zal moeilijk worden Barg langzaam te zien creperen zich vol onbegrip afvragend waarom hij niet voor voer en water zorgt. Hij concentreert weer op de verte om het beeld te verdrijven.
Na drie dagen heeft Tork de hoop opgegeven en leunt met gezwollen tong en gesprongen lippen verzwakt tegen het dolboord. Hij mag van geluk spreken dat Onderaarde geen heet schijnende zon kent. Puur licht en een aangename temperatuur zonder het onbarmhartig branden dat hen snel zou verschroeien. Hij kijkt medelijdend naar de hond die dof hijgend ondergaat en de afgelopen vierentwintig uur geen ontlasting produceerde. Barg komt niet meer overeind maar blijft geduldig uitgestrekt om energie te sparen en Tork volgt zijn voorbeeld. Niet dat het veel moeite kost. Hij is te uitgeput en te verzwakt en heeft het opgegeven nog langer over de reling te turen in de hoop op land. Al zou hij iets zien, hij mist de kracht naar het opperdek te kruipen om het roer bij te stellen en de laatste keer dat hij keek meende hij overal land te zien tot hij met de ogen knipperde en de hallucinatie verdween. Als ze toch maar wat water hadden, één slok maar...
Hij grijnst. Er is te veel water dat hij vervloekt. Hij heeft verhalen gehoord over zeewater drinkende schipbreukelingen tot ze zich in totale waanzin verzopen. Dan crepeert hij nog liever!
Hij kijkt naar de hond. Hij zou Barg kunnen doden en het rauwe vlees eten, maar schudt dan walgend het hoofd. Wordt hij al gek? Liever gaat hij kapot. Ze overleven samen of niet, wat wel zo waarschijnlijk is.
Het kost enorme moeite en toch sleept hij zich ernaartoe, schuifelt over het dek tot hij een arm rond de hondennek kan slaan.
- ‘Vergeef me, jongen, dat ik daaraan durf denken.’ 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten