When the crown hits the water Tork presses in
panic his hands against his ears. The dog dives flat
against the deck. As if the Big
Bang is repeated: deafening dry, he thinks that the ship perishes, as if the throwing
was equal to lighting a fuse in a munitions depot under the deck, but his eyes observe
something completely different. In spite of the apocalyptic noise it are only
the sea creatures and all that is stowed on board that shatters. Hundreds small
steam clouds dissolve at last where after silence returns.
Tork stares around shocked. He and the dog are
not harmed and the bark is intact, sails even, but all the rest is gone. No
sign of the monsters, vanished as if they never existed. All goods on board: gone!
Just them in an empty bark.
After the shock man and dog start a precise
inspection but nothing lasts; nothing to navigate, no crumb of food and no drop
of water. A bigger disaster is unthinkable. Not the vaguest stripe of land
insight. However not immediately death it seems only delayed. He has no idea
how far they are from the other side. He doesn’t even know the direction, probably
south because they always went south until now and according to Barg… Tork stares
thinking at the dog.
- ‘You can’t talk anymore of course.’ Barg yelps
short. ‘That’s what I thought,’ but he remembers that Barg mentioned an eastern
course. North is impossible, that’s where they come from, south the most
probable, yet he doesn’t know if it is straight south or that he has to give a
couple of strikes star~ or larboard, but because the dog said east, and not south~
or northeast, he moves the bark ninety degrees to where has to be south to his
idea.
Tork
staart geschokt rond. Hij en de hond mankeren niets en de bark is intact, vaart
zelfs, maar al het andere is verdwenen. Geen spoor van de monsters, weggevaagd
of ze nooit bestonden. Alle goederen aan boord: weg! Alleen zij twee en de lege
bark.
Na
de schrik beginnen man en hond aan een zorgvuldige inspectie maar er rest
niets. Niets om mee te navigeren, geen kruimel te eten en geen druppel water.
Een grotere ramp is ondenkbaar. Niet de vaagste streep land in zicht. Hoewel
niet onmiddellijk dood lijkt die alleen uitgesteld. Hij heeft geen idee hoever
ze van de overkant zijn. Hij kent de richting niet eens, waarschijnlijk zuid
omdat ze tot nu toe altijd naar het zuiden trokken en volgens Barg… Tork staart
in gedachte naar de hond.
-
‘Je praat natuurlijk niet meer.’ Barg keft kort. ‘Dat dacht ik al.’
Maar
hij herinnert zich dat Barg een oostelijke koers noemde. Het noorden is
uitgesloten, daar komen ze vandaan, het zuiden het meest waarschijnlijk, al
weet hij niet of het pal zuid is of dat hij enkele streken naar stuur~ of
bakboord moet oploeven, maar omdat de hond oost zei, en niet zuid~ of
noordoost, verlegt hij de bark negentig graden naar waar voor zijn gevoel het
zuiden moet zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten