However the accommodation feels rather
“Spartan”, “female” is the first association that comes to mind. Few, but as
such arranged that it gives a careful impression. It brings peace, a place to
meditate, something of which he assumes that it will fill a great deal of a
priestesses’ life; yet he doesn’t know if some-one lives here. Perhaps a community
room, even if the cabin looks a bit small for that purpose.
He stretches relaxed, swings his legs outside
the box and looks around searching for Barg, but the dog isn’t in. Tork gets up
worried, doesn’t find his clothes and inches with trembling knees towards the
opening. Some of the priestesses giggle as soon as they see him naked but Tork is
not interested in their embarrassment and calls the dog. After
one shout Barg races from between two cabins.
- ‘Also dogs have their need and you do well
that Barg chooses a spot far from the village,’ Waja softly remarks when she
suddenly appears behind him. Tork apologizes, but she laughs. ‘You better stay
in your bed until you are totally cured.’ He smiles foolish, looks down
involuntary, apologizes again and goes obedient inside, followed by the woman
and the dog.
He is glad to lie down again. It proves that
his condition is still not back because he huffs for effort when he pulls the
sheet over.
It takes longer then the number of days on the boat
before his trusted shape returns. The caring Waja and the porridge are a great
help but it’s mainly sleep that makes him better. Besides he becomes slowly
convinced that the priestesses have no bad intensions.
Hoewel
de inrichting Spartaans aandoet is “vrouwelijk” de eerste associatie. Weinig,
maar zo gerangschikt dat het een verzorgde indruk maakt. Het brengt rust, een
plek om te mediteren, iets waarvan hij aanneemt dat het een groot deel van een
priesteressenleven vult. Eigenlijk weet hij niet of hier iemand woont.
Misschien een gemeenschapsruimte, al lijkt de hut daarvoor te klein.
Hij
rekt zich behaaglijk, zwaait de benen buiten de kist en kijkt rond op zoek naar
Barg, maar de hond is er niet. Tork staat ongerust op, vindt zijn kleren niet
en schuifelt met trillende knieën naar de opening. Sommige priesteressen
giechelen zodra ze hem naakt zien maar Tork bekommert zich niet om hun gêne en
roept de hond. Na één kreet stormt Barg tussen twee hutten vandaan.
-
‘Ook honden hebben hun behoefte en het siert jullie dat Barg een plek ver
buiten het dorp kiest,’ zegt Waja zacht wanneer ze plots achter hem opduikt.
Tork verontschuldigt zich, maar ze lacht. ‘Blijf nu maar in bed tot je helemaal
beter bent.’ Hij grijnst schaapachtig, kijkt onwillekeurig omlaag,
verontschuldigt zich nogmaals en gaat gehoorzaam naar binnen, gevolgd door de
vrouw en de hond.
Hij
is blij weer te liggen. Het bewijst dat er van conditie nog geen sprake is want
hij hijgt van inspanning wanneer hij het laken over zich heen trekt.
Het
duurt langer dan het aantal dagen op de boot voordat zijn vertrouwde vorm terug
is. De zorgzame Waja en de pap zijn een goede hulp maar het is toch vooral
slaap waardoor hij herstelt. Bovendien raakt hij er langzaam van overtuigd dat
de priesteressen geen kwade bedoelingen hebben.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten