vrijdag 31 augustus 2012

rechten van de mens / human rights


12 august(us) 1985 Gepubliceerd / Publicated: Poëzie 2000 Antwerpen.

Universele verklaring van de Rechten van de mens.
Artikel 9:
“Niemand zal onderworpen worden aan willekeurige arrestatie, detentie of verbanning.”

Universal declaration of human rights
Article 9:
“No-one will be submitted to random arrest, detention or exile”

Zoekend naar een poort
sleept de enkeling zich voort
langs de doornhaag van onze samenleving
Een eindeloze, wanhopige beleving
van wat de enkeling vermag
zodra hij in groepen is ondergebracht
Ieder met zijn eigen kleur.
Ieder met zijn eigen deur
in die eindeloze wand
van doornig machtig onverstand
En de enkeling wie niet is aangesloten
wordt dwars door die verscheurende haag gestoten!


Searching for a gate
hunches the individual
along the thorn bushes of our society
An endless, desperate experience
of what the individual can do
when to be categorized in groups
Each with their own color
Each with their own door
in that endless wall
of thorny mighty non-sense
And the individual who is not connected
is pushed straight through those tearing bushes!

WANDERBACH page 102


- ‘Why do you want to resist against such a Paradise? He looks at them one by one but they stare foolish back. First the ruler searches rebels and tells them that revolution is necessary and now he praises the system that he wants them to throw over? ‘What don’t you like?’
- ‘We are slaves’ Jeremy tries carefully.
- ‘And? With a golden spoon! Food and beverage as much as you can swallow and no other duty then a horse ride sometimes. Luxury slaves! The only return is down on your knees now and then if the master approaches a bit too close. Or do I see this wrong?’ Jeremy’s eyes flash.
- ‘That can be, but it is you who lives in the palace and for whom we have to bend. You can order a girl to share your bed and if you want you can beat someone up just for fun.’ Tork has no mercy.
- ‘Don’t forget that I am a slave as well’ he responds softly. ‘I’m also locked up in this town and yet I have some privileges, there live far too many people here to suppress them all as a person. Do you agree?’ Jeremy nods.
- ‘Something else. Why didn’t you have a partner?’
- ‘Do I have to answer?’ he asks unwilling.
- ‘Let me rephrase. People need sex, an urge you can’t deny, and I already mentioned that there is no red light district…’
- ‘All right’ Jeremy impatiently interferes. ‘I had a partner, but you never know how old someone is. We all look young, and some day ageing started with her…’ Tork gesticulates.
- ‘I understand. I’m sorry. Please accept my apologies for bringing it up.’ 

- ‘Waarom willen jullie je tegen dit Paradijs verzetten? Hij kijkt hen een voor een aan maar ze staren dwaas terug. Eerst zoekt de heerser naar rebellen en maakt duidelijk dat een revolutie noodzakelijk is en vervolgens prijst hij het systeem dat ze geacht worden omver te werpen? ‘Wat bevalt jullie niet?’
- ‘We zijn slaven’; probeert Jeremy voorzichtig.
- ‘Nou en? Met gespreid bedje! Eten en drank zoveel je opkunt en geen andere taak dan af en toe een rit te paard. Luxeslaven! De enige tegenprestatie is een incidentele knieval als de meester wat te dicht in de buurt komt. Of zie ik dat verkeerd?’ Jeremy`s ogen flikkeren.
- ‘Dat zal wel! U woont in het paleis en voor u moeten we die knieval maken. U kunt een meisje opdracht geven het bed met u te delen en als u wilt kunt u iemand laten afranselen omdat u dat amusant vindt.’ Tork is onbarmhartig.
- ‘Vergeet niet dat ik ook slaaf ben’; zegt hij zacht. ‘Ik zit net zo opgesloten in deze stad en al heb ik een aantal privileges, er wonen hier teveel mensen om hen allemaal als persoon te onderdrukken. Klopt dat?’ Jeremy knikt.
- ‘Iets anders. Waarom had jij geen partner?’
- ‘Móet ik daarop antwoorden?’; vraagt hij nukkig.
- ‘Ik zal het anders formuleren. Mensen hebben behoefte aan seks, een drift die je niet kunt ontkennen, en ik merkte al op dat er geen rosse buurt is……’
- ‘Ik begrijp waar u heen wilt’; onderbreekt Jeremy ongeduldig. ‘Ik had een partner, maar je weet nooit hoe oud iemand is. We lijken allemaal jong, en op een dag brak bij haar de veroudering aan en…..’ Tork maakt een gebaar.
- ‘Ik begrijp het. Het spijt me. Aanvaard asjeblieft mijn excuses omdat ik het ter sprake bracht.’

donderdag 30 augustus 2012

Kruisweg / Crossroad


19 april 1985. Gepubliceerd / Publicated: Gollempje Amsterdam 1987, Poëzie
2000 Antwerpen 1988


De lange weg die hij was opgegaan
ging hij weer af toen hij had afgedaan
Toen niemand hem meer moest
en zelfs het gepeupel hem niet meer zag staan

Bejubeld omdat hij sterker leek dan zij
Omdat iedereen toen dacht:
die man overwint de overmacht
Maar de enkeling staat altijd alleen
Hij, die vol van zonden was
gooide alsnog de eerste steen
Waste vervolgens in alle onschuld
zijn handen in onschuldig water,
vertrapte hem als een bloedeloze luis
uit angst
Vergoot zijn bloed aan het kruis
dat hij pijnlijk voortsleepte
over de weg die hij was opgegaan
voordat hij had afgedaan


The long road he went up
he had to decline after conclusion
When no-one liked him anymore
and even the mob spit denying on him

Celebrated because he looked stronger than them
Because everyone thought by then:
this man will beat supremacy
But the loner is always alone
He, who was covered with sins
still threw the first stone
After he washed all innocent
his hands in non-guilty water,
crushed him like a bloodless louse
for fear
Spilled his blood at a cross
that he painful hunched
along the road he went up
after he was concluded

WANDERBACH page 101


- ‘Not as beautiful as yours; very common, no special breed, I believe. She followed me, a stray, but walked with me till in the house and I kept her. She eats and sleeps with us and twice a day I take her to the park.’ Tork nods. A trivial bastard probably, sweet with little personality, and happy now she has a master who takes care of her.
- ‘Can you report tomorrow?’ he asks kindly after which he forgets about it for the moment. He will see what it brings. Probably nothing or they are hidden rebels of which his assistances did know nothing about.
This first task encourages Tork to return to what is important for the inhabitants. He addresses Jeremy again.
- ‘As I understand everything happens by itself. There is for example no-one who serves drinks or food during the festivities?’ They deny all together. ‘Hm! I saw that there are beverage and eating facilities. Also self-service, I assume?’ The new ruler smiles: ‘Than we have to change that. What do you think?’ All stare non understanding, but Tork laughs.
- ‘I know that there is no necessity for occupations and I think that it is especially developed like this: bread and games! The people don’t complain because everything goes by itself. Sometimes someone makes a remark about those annoying festivities but that’s a minority. The rest accepts: eat, sleep and party. There isn’t even a red light district in this crazy town; why not, because no-one has to earn and you cannot be wealthier then that. An effective method to kill ambition and yet there is taken care of challenge: the games during the never ending festivities. I have to compliment the inventors because a safer society doesn’t exist, and more boring neither.’ He looks around. 

- ‘Lang niet zo mooi als die van u. Heel gewoon, geen ras, geloof ik. Ze liep met me mee, een zwerver, maar ze volgde me tot in huis en ik heb haar gehouden. Ze eet en slaapt bij ons en tweemaal per dag wandel ik met haar door het park.’ Tork knikt. Een onbeduidende bastaard waarschijnlijk, lief met weinig karakter, en gelukkig omdat ze een bazinnetje heeft dat voor haar zorgt.
- ‘Kun je morgen verslag uitbrengen?’; vraagt hij vriendelijk waarna hij het voorlopig van zich afzet. Hij ziet wel of het iets oplevert. Wellicht niets of het zijn verborgen rebellen waarvan zijn assistentes niet op de hoogte waren.
Deze eerste opdracht moedigt Tork aan terug te keren naar wat voor de inwoners van belang is. Hij richt zich weer tot Jeremy.
- ‘Als ik het goed begrijp gebeurt alles vanzelf. Is er bijvoorbeeld niemand die drank of voedsel serveert tijdens de feesten?’ Ze ontkennen allemaal tegelijk. ‘Hm! Ik zag dat er drank en eetgelegenheden zijn. Ook selfservice, neem ik aan?’ De nieuwe heerser glimlacht. ‘Dan moeten we dat veranderen. Wat vinden jullie?’ De leden staren niet begrijpend, maar Tork lacht.
- ‘Ik weet dat er geen noodzaak is beroepen uit te oefenen en ik denk dat dit ook heel bewust zo is bedoeld. Brood en spelen! Het volk klaagt niet want alles gaat vanzelf. Af en toe kankert iemand over die vervelende feesten maar dat is een minderheid. De rest vindt het prima: eten, slapen en feesten. Er bestaat zelfs geen rosse buurt in deze gekke stad. Waarom niet? Omdat niemand moet verdienen en rijker dan dat kun je niet zijn. Een effectieve methode om ambitie uit te roeien en toch werd er gezorgd voor uitdaging: de spelen tijdens de nooit eindigende feesten. Complimenten voor de bedenkers want een veiliger samenleving bestaat niet, en saaier evenmin.’ Hij kijkt om zich heen.
  

woensdag 29 augustus 2012

nieuwe wilden / the new wild artist movement


4 november 1984

Jij suflul uit de straat
zwaaiend met je kwast
en hooggestemde idealen
Klootzakken vandalen
je werk tot as
Schunnige barbaren!

Het mag niet gezegd:
het mensdom is terecht
een vergissing van Moeder Aarde
Het laagste slijk
omgevormd
tot menselijk
Om te oordelen,
veroordelen,
je miezerige naasten

`Schelden doet geen pijn’;
honen jullie zalvend
Terecht
je enige verweer
zal het tegen de waarheid zijn!



You sucker from the street
waving your brush
and highly expected ideals
Motherfuckers vandalize
your work into ashes
Godforgiven barbarians!

It cannot be said:
but humanity is absolute
a mistake of Mother Earth
The lowest mud recreated
into human shapes
To judge and condemn,
your pathetic look-alikes

`Cursing means no harm’;
you mock anointing
For sure your only defense
against artistic truth!

WANDERBACH page 100


- ‘Explain!’ he quietly response.
- ‘I don’t live far from the south gate where I can see the wall. I don’t know why, but I never had much contact with the neighborhood. In fact I’m a bit afraid of my neighbors. Also I don’t know why I got that house; perhaps there wasn’t anything else back then. I live there some fifteen years, the last ten together with Karl and the kids, and all friends and acquaintances live further towards the center.’ She pauses and waits if Tork has questions but when he nods impatiently she goes on: ‘You already know that I’m not a party-animal and if I had the chance I stayed home and hided upstairs where I can look over the wall and daydream about the scenery behind.’
She stares worried at the ruler, afraid for repercussions, but Tork encourages her friendly. ‘If I watched out of my window I sometimes saw people near the wall and always during the fight when everyone had to be in the center. Always the same spot. In front of the house with the cross...’ and because Tork looks at her non understanding: ‘That house has a white front with the door exactly in the middle. Above are three windows in a straight line, with the middle one exactly above the door and above that there is another single window so that it looks like a cross.’ Tork nods.
- ‘It is always a small group, men and women and always close to the wall. I couldn’t see what they are doing and from a distance I neither recognize anyone but I thought it to be strange, certainly because everybody had to be in the center.’ Tork stares thoughtful in front of him. It is at least remarkable and the repetition suggests that something is going on.
- ‘Is it possible to have a look. Maybe you see something that assumes an entrance, or there is something else that doesn’t match.’ Anna nods.
- ‘I can walk the dog. Normally I go to the South Park but I can act if I don’t have much time or fancy to ....’
- ‘What kind of dog do you have?’ Tork interferes interested. 

- ‘Vertel!’; zegt hij rustig.
- ‘Ik woon niet ver van de zuidpoort met zicht op de muur. Ik weet niet precies waarom, maar ik heb nooit veel contact met de buurtbewoners. Eigenlijk ben ik een beetje bang voor hen. Evenmin weet ik waarom ik de woning kreeg, misschien was er toen niets anders. Ik woon er een kleine vijftien jaar, de laatste tien met Karl en de kinderen, en alle vrienden en kennissen wonen verder naar het centrum.’ Ze pauzeert en wacht of Tork vragen heeft maar als die ongeduldig knikt gaat ze verder: ‘U weet al dat ik geen feestneus ben en als ik de kans had bleef ik thuis en verstopte me boven waar ik over de muur kan kijken en dagdromen over het landschap in de verte.’
Ze kijkt ongerust naar de heerser, bang voor represailles, maar Tork moedigt haar vriendelijk aan. ‘Als ik uit het raam keek zag ik soms mensen bij de muur en altijd tijdens het gevecht wanneer iedereen in het centrum moest zijn. Altijd dezelfde plek. Bij het huis met het kruis..’; en omdat Tork haar niet begrijpend aankijkt: ‘Dat huis heeft een witte gevel met precies in het midden de deur. Daarboven zijn in rechte rij drie ramen, met het middelste pal boven de deur en daarboven is nog een enkel raam zodat het een kruis lijkt.’ Tork knikt.
- ‘Altijd een groepje, mannen en vrouwen en steeds op dezelfde plek, dicht bij de muur. Ik kon niet zien wat ze daar doen en van die afstand herken ik ook niemand maar ik vond het wel vreemd, zeker omdat iedereen in het centrum hoorde te zijn.’ Tork staart nadenkend voor zich uit. Op zijn minst opmerkelijk en de herhaling suggereert dat er iets aan de hand is.
- ‘Zou je kunnen gaan kijken. Misschien zie je iets dat op een uitgang wijst, of is er iets anders dat niet klopt.’ Anna knikt.
- ‘Ik kan er met de hond gaan wandelen. Normaal laat ik haar in het Zuidpark uit maar ik kan doen of ik niet veel tijd of zin heb ....’
- ‘Wat is het voor een hond?’; onderbreekt Tork belangstellend.

dinsdag 28 augustus 2012

Intermezzo


16 augustus / august 1984, gepubliceerd / publicated: Gollempje Amsterdam 1987

Liggen op de mokerrode hei
waar ik je op een pol bevrij
scheen de zon ons lachend aan,
keek op twee mensenkinderen neer
die naakt het veld in waren gegaan

Naakt als pas geboren
lagen wij, totaal verloren
Van niemand trokken wij ons iets aan
Wij waren de enigen ongeveer
die ooit dat veld in waren gegaan

Alleen de hei hoorde onze kussen
die ons laaiend deden blussen,
waarmee wij elkaar overladen
Bloeiende bloemen met hartstocht geladen

Die middag in die lavendellila hei
was er nooit zoveel liefde in enig gevrij
Liefde die ons liet openspringen,
die ons vastklonk in saffraanrode boeien,
voordat we spijtig huiswaarts gingen



Laying on the red-hammered heath
where I loved you on a sod
gleamed the sun laughing towards us,
looked down on two creatures
who went naked into that field

Bare like just born
we laid down, absolutely lost
didn’t care about anyone
We were the odd ones
who ever entered there

Only the heath heard our kisses
which quenched us flaming,
while bogging each other
in blooming flowers filled with passion

That afternoon in that lavender-lilac heath
there was never so much love in any court
Love that popped us open,
that riveted us in saffron-red shackles
before we regretted home

WANDERBACH page 99


- ‘Just once. Very strange. I participated in a game and had a good chance of winning when I got the order, simple in my head. No-one told me and yet I knew. Conscious of everything I went as a sleep walker towards the south gate which I passed as if it didn’t exist. Outside a horse waited and however I never sat on a horseback before it was like I never did anything else. It knew the way and brought me directly to the Gods. Don’t ask me how they look because I don’t know. I didn’t see anyone and yet I knew I was there.
- There was a rather large pack, square in brown paper. The horse turned and ran like the wind. I don’t know how long, it could have been days but also hours and suddenly I was on my destiny: another town. South America, I believe. The horse galloped through the gate and stopped in front of the rulers’ palace. Without dismounting I gave the package to a female second who wore a long skirt and further nothing. After that the horse trotted back and left me at our south gate. Still half in trance I walked inside and became myself again only after I had passed the gate. I tried, turned immediately but the opening was already closed and the horse gone.’
- ‘Strange’ Tork reacts. ‘It seems that you were absolutely redundant. They could have sent the horse alone instead.’ The boy nods.
- ‘That’s what I thought. I don’t know of what other orders exist. No-one talks about it, and I ask myself if there is anyone who knows about mine.’ He looks around the table but nobody reacts. ‘I don’t even know if I was missed at the game while I was one of the candidates for the end victory.’ Tork gestures impatiently. That can’t be answered here anyhow. There are other questions which are more urgent.
- ‘I want to know who manages the gate; the Gods or spies?’
- ‘I don’t think so.’ This time it’s Anna. Tork looks at her surprised. 

- ‘Eén keer. Heel vreemd. Ik nam deel aan een spel en had een goede kans te winnen toen ik de opdracht kreeg, gewoon in mijn hoofd. Niemand zei het en toch wist ik. Al was ik me van alles bewust, maar ik liep als een slaapwandelaar naar de zuidpoort die ik passeerde alsof ze niet bestond. Buiten wachtte een paard en hoewel ik nooit had gereden was het of ik niet anders had gedaan. Het kende de weg en bracht me rechtstreeks naar de Goden. Vraag me niet hoe ze eruit zien want dat weet ik niet. Ik zag niemand en toch wist ik dat ik er was.
- Er lag een vrij groot pakje, rechthoekig in bruin papier. Het paard keerde en ging er als de wind vandoor. Ik weet niet hoelang, het kunnen dagen maar ook uren zijn geweest maar plotseling was ik op mijn bestemming: een andere stad. Zuid Amerika, geloof ik. Het paard galoppeerde door de poort en stopte voor het paleis van de heerser. Zonder af te stijgen gaf ik het pakje aan een vrouwelijke secondant die een lange rok droeg en verder niets. Daarna reed het paard terug en zette me af voor onze zuidpoort. Nog half in trance liep ik naar binnen en voelde me pas weer mezelf nadat ik de poort was gepasseerd. Ik probeerde het, draaide me onmiddellijk om maar de opening was alweer gesloten en het paard weg.’
- ‘Vreemd’; meent Tork. ‘Zo te horen was je volslagen overbodig en hadden ze net zo goed alleen het paard kunnen sturen.’ De jongen knikt.
- ‘Dat vond ik ook. Ik weet niet waaruit andere opdrachten bestaan. Niemand praat erover, en ik vraag me af of anderen van mijn opdracht weten.’ Hij kijkt de tafel rond maar niemand reageert. ‘Ik weet niet eens of ik gemist werd bij het spel terwijl ik toch een van de kandidaten voor de eindoverwinning was.’ Tork maakt een ongeduldig gebaar. Dat is hier toch niet te beantwoorden. Er zijn andere vragen die dringender zijn.
- ‘Ik wil weten wie de poort bedient. De Goden of spionnen?’
- ‘Dat denk ik niet.’ Ditmaal is het Anna. Tork neemt haar verrast op.

maandag 27 augustus 2012

Heel de mens / absolute human


1983

Heel de mens ligt in mij besloten
Aanvaard ik hem?
Waarom alles uit mij ontsproten?
Alles dat mij waardig is?
Wat is goed en wat slecht?
Pijn is boos,
en toch echt
als anderen het als kwaad ervaren

Ik ben die ik ben
Ik ben die ik ken
Ik ben die ik wil
Ik ben die ene ongeuite gil



Absolute human is in me
Do I accept it?
Why came all from me?
Everything that’s worthy?
What is good and what is bad?
Pain is nasty,
and yet real
if all experience it as evil

I am who I am
I am who I know
I am who I want
I am that one silent yell



WANDERBACH page 98


The girl nods. ‘You don’t leave me really’; he tries. ‘Fiona will stay my assistant, yet she shares her free time with Jeremy from now.’
- ‘I want to be with you, Lord, and take care of you at every moment that you need me.’ Tork sighs.
- ‘If that’s your wish! For now then. We’ll think of something when the moment comes, but accept me as your rightful partner, or whatever you call it. And please stop calling me ‘Lord’. As partners we are equal.’
- ‘Yes Lord’ the girl whispers gratefully.
That the ruler shows his concern about their future faith is more of influence on the members then his statement. The hostile atmosphere declines, yet he doesn’t have everybody’s trust immediately. But Jeremy, who gazes happy at his new spouse, decides to support him for the moment.
- ‘What did you mean by meaningful?’
- ‘To be honest, I don’t know. “Give the people bread and games!” How the games are organized we know, but what or whom takes care about our bread?’ The boy smiles.
- ‘In every house is an always filled pantry. Do I want caviar or a simple sandwich I know for sure it will be there. Nothing becomes dirty or wears out. Used tableware goes back in the cupboard and is the next time clean or replaced by new. There is nothing to do in this damn town. Without the ongoing festivities everybody would be long bored to death.’ Tork looks somber.
- ‘Except the ruler and his seconds no-one has a task?’
- ‘Of course’ some other reacts. ‘We wait for messages of the Gods.’ Tork nods.
- ‘Who of you is experienced in that matter?’ and again it is Jeremy who responds. 

Het meisje knikt. ‘Je verlaat me niet werkelijk’; probeert hij. ‘Fiona blijft assistente, al deelt ze haar vrije tijd voortaan met Jeremy.’
- ‘Ik wil bij ú zijn, Heer, en voor u zorgen op elk moment dat u mij nodig heeft.’ Tork zucht.
- ‘Als dat je wens is! Voorlopig toch. We bedenken wel iets als het zover is, maar zie mij dan als je wettige partner, of hoe jullie dat ook noemen. En stop alsjeblieft met mij ‘Heer’ te noemen. Als mijn partner ben je mijn gelijke.’
- ‘Ja Heer’; fluistert het meisje dankbaar.
Dat de heerser bezorgdheid toont over hun toekomstig lot is meer van invloed op de leden dan zijn verklaring. De vijandige sfeer neemt af, al heeft hij niet onmiddellijk ieders vertrouwen. Maar Jeremy, die gelukkig naar zijn nieuwe partner kijkt, besluit hem voorlopig te steunen.
- ‘Wat bedoelde u met zinvol?’
- ‘Eerlijk gezegd weet ik het niet. “Geef het volk brood en spelen!” Hoe de spelen tot stand komen weten we, maar wat of wie zorgt er voor ons brood?’ De jongen glimlacht.
- ‘In elke woning is een constant gevulde provisiekast. Heb ik zin in kaviaar of een simpele sandwich dan weet ik zeker dat het er is. Niets wordt vuil of verslijt. Gebruikt servies gaat terug in de kast en is de volgende keer schoon of vervangen door nieuw. Er is niets te doen in deze verdomde stad. Zonder de eeuwige feesten was iedereen allang dood van verveling.’ Tork kijkt somber.
- ‘Behalve de heerser en zijn secondanten heeft niemand een taak?’
- ‘Toch wel’; reageert een ander. ‘We wachten op boodschappen van de Goden.’ Tork knikt.
- ‘Wie van jullie werd al geroepen?’ en alweer is het Jeremy die reageert.

zondag 26 augustus 2012

Vertrouwen / Trust


1979

De berg fluistert tegen de wind:
‘Ik vertrouw op jou’
en de wind blaast zijn zielekind.
Een lawine stort naar benêe
De berg krijst, klaagt ach en wee
Waar blijft zijn vertrouwen nou?

De wind fluistert tegen de berg:
‘Ik vertrouw op jou’
en wordt uit elkaar gerukt tot in het merg
Slierten wind drijven her en der
Wolkjes huilen al van ver
Waar blijft het vertrouwen nou?

Het gras fluistert tegen de stier:
‘Ik vertrouw op jou’
en vindt zijn weg naar de maag van het dier
Half verteert hoort men een jammerklacht
‘Waarom heeft hij juist mij geslacht?’
Waar blijft haar vertrouwen nou?

Vertrouwen is niet ieder gegeven
De meeste staan elkaar naar het leven!


The mountain whispers to the wind:
‘I trust on you’
and the wind blows its soul.
An avalanche trembles down
The mountain cries, wails in his bones
What happened with his trust?

The wind whispers to the mountain:
‘I trust on you’
and becomes totally ripped apart
Slings of wind float overall
Clouds cry from far away
What happened with her trust?

The grass whispers to the bull:
‘I trust on you’
and find its way to the stomach of the beast
Half digested one hears the complaint
‘Why did he slaughter me?’
What happened with its trust?

Trust is not for everyone
Most take each other, all over!

WANDERBACH page 97


They hurry towards a side room and return with chairs which they place in unused spots between the Council members without consultation. Tork watches. He expected them to sit next to him but this simple exhale of matter satisfies.
Jeremy examined the seconds and as soon as the girls sit down, Fiona, coincidentally or not immediately next to him, he stares thoughtful at Tork.
- ‘What happens to them if you manage to escape?’
- ‘I don’t know’; Tork answers truthfully. ‘What happens with seconds when the ruler disappears’
- ‘They disappear as well!’ Tork scares. That he didn’t think of that! Seconds have no right to exist after the protection of their privileged position erases.
- ‘How can we avoid this?’ he asks worried.
- ‘Give them a partner.’
- ‘You think that it will help?’ Jeremy shrugs.
- ‘I don’t know, it always were singles. The twins abraded countless; men and women. They had no preference and kept at least four in reserve.’ Tork nods.
- ‘It can be tried. Do you have a partner?’ Jeremy denies and Tork smiles. ‘I believe that Fiona likes you.’ He watches the expatiating looking girl. ‘Would you like her as a partner?’ Jeremy looks shy at his neighbor.
- ‘If she wants as well?’
- ‘So it will be.’
He looks at Gabi who fearful shakes her head.
- ‘I don’t want to leave you, Lord’; she softly whispers.
- ‘Maybe it is just a matter of weeks before you disappear; as you understand?’ 

Ze haasten zich naar een zijkamer en komen terug met stoelen die ze zonder overleg in een open plaats tussen twee Raadsleden schuiven. Tork kijkt toe. Hij verwachtte dat ze naast hem kwamen zitten maar dit simpel getuigen van zelfstandigheid stemt tevreden.
Jeremy keek de secondanten na en zodra de meisjes zitten, Fiona, toevallig of niet direct naast hem, neemt hij Tork nadenkend op.
- ‘Wat gebeurt met hen als u weet te ontsnappen?’
- ‘Ik zou het niet weten’; antwoordt Tork naar waarheid. ‘Wat gebeurt met secondanten als de heerser verdwijnt?’
- ‘Die verdwijnen ook!’ Tork schrikt. Dat hij dat niet zelf bedacht! Secondanten zijn zonder bestaansrecht nadat de bescherming van hun bevoorrechte positie wegvalt.
- ‘Hoe kunnen we dat voorkomen?’; vraagt hij bezorgd.
- ‘Geef hen een partner.’
- ‘Denk je dat het helpt?’ Jeremy schokschoudert.
- ‘Dat weet ik niet, maar het waren altijd alleenstaanden. De tweeling versleet er talloze. Mannen en vrouwen. Zij hadden geen voorkeur en hielden er tenminste vier in reserve.’ Tork knikt.
- ‘Het valt te proberen. Heb jij een partner?’ Jeremy ontkent en Tork glimlacht. ‘Ik geloof dat Fiona jou wel mag.’ Hij let op het verwachtingsvol kijkende meisje. ‘Zou je haar als partner willen?’ Jeremy kijkt schuchter naar zijn tafelgenote.
- ‘Als zij ook wil?’
- ‘Dat is dan geregeld.’
Hij kijkt naar Gabi die angstig het hoofd schudt.
- ‘Ik wil u niet verlaten, Heer’; fluistert ze zacht.
- ‘Misschien is het een kwestie van weken voordat je verdwijnt; dat begrijp je toch?’ 

zaterdag 25 augustus 2012

Après ma mort




Voorjaar / Spring  1975

Na mijn dood
zal ik mijn leven beteren

Stijve ledematen
contrast van lenigheid

Nu
zal ik het leven smaken
in al haar doodsheid

Dood is hoger dan leven
De weg volbracht
een leven gegeven
Aalmoes voor wormen
het lichaam geslacht

Wie dood is leeft niet
verkeert in hoger regionen
tussen pylonen van eeuwigheid
Wie leeft baant nog
de weg naar de dood
Poort van geluk
ligt nog op afstand
van dood gezond verstand

Leef ik omdat ik schrijf?
Nee dood, omdat geluk mij lacht!

Levend kind van Satan
Trots weerbarstig en goedlachs

Wie waagt mijn dood betwijfelen
nu ik hem roep?
Wie durft mij leven geven,
verdoemd in eeuwigheid?



After I am death
I’ll better my life

Stiff limps
in contrast with flexibility

Now
I will taste life
in all its dreary

Dead is higher than life
The way ended
a life given
Alms for worms
the body slaughtered

Who is death doesn’t live
to be found in higher regions
between pillars of eternity
Who lives still smoothes
the path to dead
Gate of happiness
lays still on distance
death of common sense

Do I live because I write?
No death, because luck laughs at me!

Alive child of Satan
Proud irreverent and happy

Who dares to doubt my death
while I call it over me?
Who dares to give me life,
accurst till eternity?

WANDERBACH page 96


He looks at them, one by one. It will cost time to gain their trust. ‘Accept for the moment’ he softly says. ‘You won’t get a second chance. My story is true or not. I am who I say or a spy, but whoever or what I am, this is your chance for autonomy. Even if I test you, there is still the chance that you win. A week ago no-one thought of resistance while it is noticeable present now, otherwise you would not doubt me. Doubt means that you, in spite of slavery, still can think for yourself and really there is not more needed to overthrow a regime.
- Every revolution starts with a thought, a simple thought that doubts the existing structure. Thoughts follow on each other until there are so many that open resistance appears which attracts others who often walk around with the same ideas for generations which they only realize after it becomes common knowledge. Not only do you have these thoughts, you share them, why it is possible to break the existing order.
- I won’t stay, like I said, and I will be replaced. How? That’s up to this Council! Another Tiran who uses people and keeps them as slaves, or do you plan to organize your own future? Democracy like on earth or management by the Council. Everything depends on if you are capable to think of a meaningful structure, otherwise change is useless. If you vegetate in this or another system makes no difference. It has to be meaningful, what is not the same as enjoying your youth as long as possible to spend it on the whims of a Tiran.’ Tork looks around the table: every face pensive, also those of his assistances.
- ‘Take a chair and sit with us’; he says soft. ‘It is annoying when someone breaths constantly in ones neck.’ 

Hij kijkt hen een voor een aan. Het zal tijd kosten hun vertrouwen te winnen. ‘Zie het voorlopig maar zo’; zegt hij zacht. ‘Een volgende kans krijgen jullie niet. Mijn verhaal is waar of niet waar. Ik ben wie ik zeg of een spion, maar wie of wat ik ook ben, dit is jullie kans op zelfbestuur. Ook al stel ik jullie op de proef, dan nog bestaat de kans dat jullie winnen. Een week geleden dacht niemand aan verzet terwijl het nu merkbaar aanwezig is, anders zouden jullie niet aan mij twijfelen. Twijfel betekent dat jullie, ondanks slavernij, nog altijd voor jezelf kunt denken en er is echt niet meer nodig om een regime omver te werpen.
- Elke revolutie begint met een gedachte, een simpele gedachte die de bestaande structuur in twijfel trekt. Gedachten volgen elkaar op tot er zoveel zijn dat openlijk verzet ontstaat dat anderen aantrekt die vaak al generaties met diezelfde gedachten rondlopen waarvan ze zich pas bewust worden zodra het gemeengoed wordt. Niet alleen hebben jullie deze gedachten, jullie delen ze, waarom het mogelijk is de bestaande orde te verbreken.
- Ik blijf niet, zoals ik zei, en ik zal worden opgevolgd. Hoe? Dat bepaalt deze Raad! Weer een despoot die mensen misbruikt en als slaven houdt, of houden jullie de toekomst zelf in de hand? Democratie zoals op aarde of bestuur door de Raad. Alles hangt ervan af of jullie in staat zijn een zinvolle structuur te bedenken, anders is verandering zinloos. Of je vegeteert in het ene of het andere systeem maakt weinig uit. Er moet iets zinvols zijn, wat iets anders is dan het zo lang mogelijk rekken van jeugd om die te verspillen aan de nukken van een tiran.’ Tork kijkt de tafel rond. Elk gezicht nadenkend, ook van zijn assistentes.
- ‘Pak een stoel en kom erbij zitten’; zegt hij zacht. ‘Het is vervelend wanneer iemand constant in je nek blaast.’ 

vrijdag 24 augustus 2012

a poem a day CVII


Het laatste van de verdwaalde gedichten. Morgen begin ik aan de vertaling van een 2de bundel / The last of the Lost Poems Tomorrow I start the translation of a 2nd series

Hoogstwaarschijnlijk,
en daarmee is alles gezegd
voor elke toekomst


Most likely,
and with that everything is said
for every future

WANDERBACH page 95


- ‘Certainly you will know!’ Jeremy behaves openly hostile and looks capricious. He doesn’t trust it. This sudden change is far too absurd. The unbeatable twins defeated by an outsider who just walked in from nowhere and who, barely on the throne, starts not allowed changes. It is all too beautiful and even more important: doomed to fail!
The Gods know what happens in town and it is at least peculiar that they didn’t already interfere. This new ruler is more than likely sent to test them, or otherwise they thought that the control of the twins had been long enough. Jeremy’s attitude proofs that he doesn’t trust and with that he infects the others. Even both seconds react on the critic and watch their master exploratory.
Tork doesn’t notice the distrust, that’s how much he is occupied by this new idea. Spies in town mean a way to get in and out unnoticed. The idea is logical. If the Gods yet have the power to control the town life from a distance there are way too many individuals to do this effectively. An army of spies, disguised as humans, sounds logic. They would have contact with the base and whenever they want suppress each beginning insubordination.
The question is how spies get in and out unseen. Tork tried but even his sharp hunting knife wasn’t capable of forcing the smallest gap and in the mean time he knows that the elastic layer covers the whole town. He even tried to dig underneath the city wall with the same result, and yet it seems logic that spies exists of smoke even than there has to be an opening, how small ever.
As soon as he looks up he notices the hostility. All watch him; also Gabi and Fiona play with the thought that he can be a spy. Can Tork be trusted or is he here to make their lives even more miserable or to test their loyalty? 

- ‘Dat zult u wel weten!’ Jeremy gedraagt zich openlijk vijandig en kijkt nukkig. Hij vertrouwt het niet. De plotselinge omkeer is te ongerijmd. De onverslaanbare tweeling verslagen door een buitenstaander die uit het niets binnenwandelde en die, nauwelijks op de troon, aan ongeoorloofde veranderingen begint. Het is allemaal te mooi en nog belangrijker: gedoemd te mislukken!
De Goden weten wat in de stad gebeurt en het is merkwaardig dat ze nog niet hebben ingegrepen. Deze nieuwe heerser is vast gestuurd om hen op de proef te stellen, of anders vonden ze dat de heerschappij van de tweeling lang genoeg was. Uit Jeremy`s houding blijkt dat hij het niet vertrouwt en daarmee infecteert hij de anderen. Zelfs beide secondanten reageren op de kritiek en kijken onderzoekend naar hun meester.
Tork let niet op het wantrouwen, zozeer wordt hij in beslag genomen door dit nieuwe gegeven. Spionnen in de stad betekent een manier om ongemerkt binnen en buiten te gaan. Het denkbeeld is logisch. Als de Goden al in staat zijn van op afstand het leven in de steden te controleren zijn er toch teveel individuen om dit effectief te doen. Een spionnenleger, als mensen vermomd, klinkt logisch. Ze zouden voeling met de basis hebben en desgewenst elke beginnende insubordinatie de kop indrukken.
De vraag is hoe de spionnen ongezien binnen en buiten kunnen. Tork probeerde het maar ook zijn scherpe jachtmes was niet in staat de kleinste opening te forceren en inmiddels weet hij dat de verende laag de hele stad omsluit. Hij probeerde zelfs onder de stadsmuur door te graven met hetzelfde resultaat, en al lijkt het logisch dat spionnen uit rook bestaan dan nog moet er een opening zijn, hoe miniem ook.
Zodra hij opkijkt merkt hij de vijandigheid. Iedereen kijkt naar hem, ook Gabi en Fiona spelen met de gedachte dat hij een spion kan zijn. Is Tork te vertrouwen of is hij hier om hun leven nog onaangenamer te maken of hun loyaliteit te testen? 

donderdag 23 augustus 2012

a poem a day CVI


De dood zo mooi nog niet
Vergane schimmel en achterhaalde glorie,
fluit status door je reet
wanneer je gat leegloopt
en je tenslotte, in plaats van een ander,
jezelf bezeikt


The dead so beautiful still not
Putrefied mold and outdated glory,
Pipes status by your ass
when your rump runs empty
and you at last, in stead of some other,
will piss and fuck yourself

WANDERBACH page 94


After the girls stop talking an ominous silence falls. The Council members wait in grim tension for the torrid lightning. Tork lets the lead silence last, grey and heavy. The first cough so sudden that it feels like thunder and everybody scares, also Tork and his assistances. Then a cautious clinking laugh works to liberation. Another one follows and another and suddenly the hall jingles, the lead grey atmosphere shatters and changes into a buzz of voices. Everyone talks muted through each other but Tork doesn’t interfere. He looks and listens until a first voice levers full of bravura and tells about the past.
A young man with ingenious eyes stares determined in their direction. His story meant for the girls, a fellow sufferer who speaks about his youth in turn. After him the others follow. Stories round the table, calling memories and unconsciously fomentation the resistance against the faith that brought them here. That’s exactly Torks’ purpose: people who openly talk about matters which were forbidden; the germ of revolution.
As soon as everyone silences he will take over to explain why they are here: the change for the town, rebellion which will create an opening hopefully.
It is deafening quit after Tork has spoken. Incredulous gazes roam from him to both dogs, at ease in a corner. It is the boy: Jeremy, who is the first that breaks hesitating the silence. No longer a boy, even he still looks the seventeen year old from thirty years ago.
- ‘Who says you are not a spy?’
- ‘Do they exist then?’ Tork asks interested; not only the Council members, also his assistances nod. Tork strokes his chin thinking. ‘Why? Are there concrete indications for this?’ 

Nadat de meisjes zwijgen valt er een onheilspellende stilte. De Raadsleden wachten in grimmige spanning op de verzengende bliksem. Tork laat de als lood in de lucht hangende stilte duren, grijs en zwaar. De eerste kuch zo plotseling dat het een donderslag lijkt en iedereen schrikt, ook Tork en zijn assistentes. Dan werkt een voorzichtig tinkelende lach aan de bevrijding. Er volgt er nog een en nog een en opeens rinkelt de zaal, de loodgrijze atmosfeer verbrijzelt en verandert in geroezemoes. Iedereen praat gedempt door elkaar maar Tork bemoeit zich er niet mee. Hij kijkt en luistert tot een eerste stem zich vol bravoure verheft en over vroeger vertelt.
Een jongeman met schrandere ogen kijkt vastberaden in hun richting. Zijn verhaal bedoelt voor de meisjes, een lotgenoot die op zijn beurt over zijn jeugd vertelt. Na hem volgen de anderen. Verhalen ronden de tafel, roepen herinneringen op en wakkeren onbewust het verzet aan tegen het lot dat hen hier bracht. Dat is precies Torks bedoeling: mensen die openlijk praten over zaken welke verboden waren. De kiem voor revolutie.
Zodra iedereen zwijgt zal híj het overnemen en duidelijk maken waarom ze hier zijn: de omslag voor de stad, rebellie die hopelijk voor hem een opening creëert.
Het is oorverdovend stil nadat Tork is uitgesproken. Ongelovige blikken dwalen van hem naar beide honden, rustig in een hoek. Het is de knaap: Jeremy, die als eerste aarzelend de stilte verbreekt. Hij is allang geen jongen meer, al is hij uiterlijk nog de zeventienjarige van dertig jaar geleden.
- ‘Wie zegt dat u geen spion bent?’
- ‘Bestaan die dan?’; vraagt Tork belangstellend. Niet alleen de Raadsleden, ook zijn assistentes knikken. Tork strijkt nadenkend over zijn kin. ‘Waarom? Zijn daar concrete aanwijzingen voor?’