Het was niet zo vreemd dat dit soort overpeinzingen zich juist hier aandienden. Handel was een wereld met een enorme diversiteit, veel groter dan de onze, maar die onderlinge verschillen werden geaccepteerd, als vanzelfsprekend beschouwd met het immense gevolg dat hier niemand op de vlucht was.
Er was uitwisseling. Dankzij het razendsnelle transport konden jongeren van welke cultuur ook hun licht opsteken waar ze maar wilden waarna ze vrij konden kiezen. De meesten bleven bij hun roots maar er waren er die bijvoorbeeld door de sobere levensstijl van het tentenvolk werden aangetrokken en er deel van wilden uitmaken. Dat was geen probleem. Was je in de wieg gelegd voor een andere stiel dan de toonaangevende thuis dan sloot je je aan bij een cultuur die dat als specialisatie had, zoals er ook bij mensen wel sprake is van een zekere vermenging wanneer Europese individuen zich meer aangetrokken voelen tot Azië of Arabië, zich zelfs bekeren tot het daar gangbare geloof, zo was die vermenging op Handel vanzelfsprekend. Er werd zelfs niet over nagedacht. Het was goed dat er zoveel verschillende mogelijkheden waren waaruit iedereen zijn keuzes kon maken.
Misschien was dat wel het grote geheim achter de vrede in Handel: een vermenging, zo totaal dat iedereen zich bewust was van de onderlinge familiale banden, want ooit was er wel een zoon of dochter naar een bepaalde cultuur getrokken, ooit waren zoons of dochters in je eigen cultuur geïntegreerd, een volkomen vermenging waarbij de culturele verschillen onaangetast bleven.
Dat was maar beter zo want juist deze verschillen zorgden voor de onderling bloeiende handel. Het waren juist deze verschillen die import en export exotisch hielden en dat verbaasde mij nog wel het meest. Hoe was het mogelijk dat wanneer je binnen een tel aan het andere eind van je wereld kon zijn, dat er daarom geen samensmelting had plaatsgevonden? Dat Handel geen smeltkroes was waarbinnen geen enkele cultuur meer te onderkennen viel. Het was niet verworden tot een grote en afgevlakte algemene deler zoals onder de commerciële vlag binnen de menselijke wereld waarin verschillen werden afgemeten aan het merk kleding dat je droeg of het soort muziek waarnaar je luisterde omdat de eigenlijke en onderliggende cultuur was weggepoetst en je naar het kleinst mogelijke verschil zocht om je te onderscheiden. Mensen maken geen deel meer uit van, waarom nationalistische gevoelens foutief opnieuw in de verf worden gezet. Dat bestond hier niet. Elke manier van leven werd gerespecteerd en op haar eigen waarde geschat, daarvoor hoefde je er zelf nog geen deel van uit te maken. Het was anders en het was goed dat er anders was want juist dat andere schiep de onuitputtelijke reeks mogelijkheden die telkens en opnieuw voor vernieuwingen zorgden zonder dat dit raakte aan het wezen van de culturele identiteit. Die was: onwrikbaar. Het was de basis van waaruit alles vertrok wat ook tevens een garantie inhield: cultuur was, veranderingen fluctueerden aan de oppervlakte maar de basis bleef, diep vanbinnen.
Die vanzelfsprekendheid was zo groot dat er zelfs niet over werd nagedacht. Er werden geen onderzoeken naar gedaan en er bestonden geen statistieken over. Wat vanzelfsprekend is moet vanzelfsprekend blijven want daaraan ontlenen denkende wezens hun identiteit. Een groeiproces van miljoenen jaren laat zich niet vangen in tabellen. Het gaat over selectie die langzaam tot cultuur werd omdat het denken de tijd creëerde die nodig is om cultuur te ontwikkelen. Dat is werkelijke beschaving: het je bewust zijn van wat je kunt doen en aanrichten met dat unieke gegeven en zoals je waardering hebt voor wat bij jezelf is gegroeid in de loop van ontelbare voorouders, dezelfde waardering te voelen voor wat bij een ander weliswaar anders is gegroeid maar even onvervreemdbaar en waardevol als bij jezelf.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten