Merlijn keek me aan en glimlachte. “Maak je geen zorgen. Ik heb die macht niet.”
“Maar je zou ze willen hebben.”
Hij zuchtte. “Als ik heel eerlijk ben is het antwoord ja. Het zou een herstart kunnen zijn die perspectieven biedt…”
“Jouw perspectieven!”
“Natuurlijk”, sprak de tovenaar geïrriteerd, “en ik begrijp best dat ik niet volmaakt ben en me in mijn hoofd als een god opstel wanneer ik de keuze maak…”
“Maar het is met de beste bedoelingen”, vulde ik aan, “dat zei Hitler ook!”
Merlijn werd kwaad. “Het heeft geen zin mij met iemand als Hitler te vergelijken. Hij ging bij zijn keuzes van zichzelf uit, van de gestoorde mens die hij was. Hij wilde zich omringen…”
“En jij? Jij wilt je omringen met diegenen waarvan jij denkt dat ze goed zijn voor de mens en de wereld waarin wij leven…”
“Laat me nou toch eens uitspreken”, riep hij boos. “Natuurlijk. Je hebt gelijk. Keuzes zijn altijd subjectief maar de onderliggende reden doet er wel degelijk toe. Of je mensen naar de hel stuurt omdat jijzelf aan de macht wilt blijven of omdat je dat doet om de wereld zoals wij die kennen een kans te geven, is een groot verschil.”
“Het blijft een zuivering. Je elimineert die elementen waarvan jij gelooft dat ze wat wij kennen naar de knoppen helpen, maar wie zijn wij en wat is naar de knoppen? Misschien herrijst de feniks wel uit zijn as en leert de mensheid daarom… Komt het ook zonder jouw ingrijpen wel goed!”
“Dat geloof je zelf niet”, sputterde de oude. “Kijk om je heen! Veeg de stront uit je ogen! Er is nooit een tijd geweest waarin de impact van Homo Sapiens zo groot was op het totaal van zijn omgeving. We ontwikkelen technieken die we niet kunnen beheersen, de vernietiging van grondstoffen ging nog nooit zo snel en het schepsel mens voelt dat het misgaat, dat bewijzen de talrijke onlusten waarmee we dagelijks worden geconfronteerd. De wereld is in beweging maar niet op een positieve manier.”
“Dat bedoel ik ook niet. Al gaat het mis, er zullen er zijn die overleven en die overlevenden trekken misschien lering uit de catastrofe…”
“Oh zeker, de eerste vijf jaren toch. Het collectief geheugen staat er niet om bekend dat het zich lang iets van de historie aantrekt. Het dendert gewoon weer door in de richting waaruit het kwam, al hebben ze daarbij hun voorouders verloren die ze plichtsgetrouw herdenken om vervolgens door te gaan met waarin we het beste zijn: het uitbuiten van de ander en het strelen van het ego dat de ander moet vertellen hoe fantastisch we zijn.”
“En dat gebeurt allemaal niet meer als jij je keuze kunt maken?”
“Er zijn geen garanties”, sprak de oude spijtig, “maar het voor ons liggende scenario kennen we, het mijne geeft hoop.”
“Dan kun jij de toekomst voorspellen!”
“Wat bedoel je?”
“Als jij het voor ons liggende scenario kent…”
“Daar heb je geen glazen bol voor nodig”, sprak hij wrevelig. “Het gaat te snel om het tij te keren. De accelererende cumulatie van actoren is iets van vooral de laatste vijftig jaar en het ziet ernaar uit dat die versnelling doorzet. Nog eens vijftig jaar zoals de afgelopen overleeft onze wereld niet. Hij zal in stukken en brokken uiteen vallen, weggespoeld en weggeblazen worden. Al wat leeft is de dupe van ons gedrag…”
“Dan is het misschien tijd om te vertrekken en ruimte te maken voor wat ons zal opvolgen…”
“Dat kan”, gaf Merlijn toe, “maar die gedachte brengt geen vrede, toch niet voor mij. Ik ben een van ons, vergeet dat niet!”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten