“Zou ik kennis mogen maken met de jonge prins?” vroeg ik.
“Natuurlijk!” Ze ging mij voor door enkele gangen en wachtte even voor een boogvormige opening. “Hij is niet erg spraakzaam”, waarschuwde ze.
“Hoe noem ik hem?”
Ze keek me aan. “Opvolger! Wat anders?” Dat had ik zelf kunnen bedenken.
We gingen binnen en daar zat hij dan: De heerser in kindergedaante, een kleuter met een olifantenzak nog zonder ijs want zaad produceerde hij nog niet.
Hij keek me aan. Zijn lerares stelde mij voor en hij knikte maar sprak niet, nam me alleen maar op met zijn knikkerblauwe ogen waarin intelligentie volledig afwezig leek.
“Hij kan toch spreken?”
De lerares knikte. “Maar hij gebruikt het niet veel. Alleen als hij er zin in heeft.”
Ik was geen arts maar een kind kon zien dat deze jongen geestelijk onvolgroeid was en zou blijven, maar misschien maakte dat voor het neuken geen verschil. Mijn probleem was het in elk geval niet. Maar ik vroeg me wel af hoe ze hem wat geleerd kregen.
“Hij neemt het in zich op”, verklaarde zij die hem moest onderwijzen, “en zodra het nodig is komt het er wel uit.” Daar had ik mijn twijfels bij, maar goed, als dat haar opinie was. Nogmaals: mijn probleem was het niet.
Er scharrelden nog wat kinderen rond; meisjes. Zij waren in opleiding voor lerares want iemand moest haar taken overnemen zodra zij naar de droogkamer ging.
“Hoe oud zijn zij?”
“Ze naderen het einde van hun eerste eenheid”, en waren nog kinderen zoals je verwacht dat kinderen zijn: kleuters in uiterlijk en gedrag, maar een van de voedsters was een eerste maal zwanger en nog maar net aan haar tweede eenheid begonnen. Ze zag eruit als een jonge vrouw van begin twintig. Ik was verbaasd en tegelijk geschokt. Hun evolutie sloeg domweg zo’n vijftien jaar over: een deel van hun kindertijd en de complete tienerleeftijd gingen aan hun neus voorbij. De ene dag zaten ze in het eindstadium van de kleuterschool of het beginstadium van de basisschool voor mijn part. Ze sliepen een nachtje, of beter: dagje, en oeps, ze waren plots jonge vrouwtjes met eitjes in hun buik die dringend bevrucht moesten worden. Het was een schok, een onvolledig leven, waaruit het belangrijkste, de mooiste tijd was weggeknipt. Was het een evolutionaire blunder? Iets zei me dat het was gemoduleerd, dat er was ingegrepen. Iets of iemand was hiervoor verantwoordelijk en dit keer kon ik het waarom wel raden: De fase van de opstandigheid, het leren om tegengas te geven was zorgvuldig weg gevijld zodat ze geen ervaring opdeden met verzet. Ze bleven braaf en volgzaam en dat verklaarde ook voor een deel hun geluk, het geluk van de kinderziel die aan de hand van papa prins niets kon gebeuren. Maar ook papa prins was een kleuter in een volgroeid, en zelfs overvolgroeid lijf. Hij speelde het spel van baasje, maar was hij dat ook?
Wie leidde dit poppentheater? Niets was wat het leek!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten