Ons verblijf was mijn cadeau, als vakantie bedoelt, maar ik was inmiddels al zodanig geconditioneerd dat ik het niet kon laten de nieuwe leefwereld door een antropologische bril te bestuderen, wat niet wilde zeggen dat ik me intussen niet amuseerde. Het was geweldig om ondergedompeld te worden in alle pretentieloze nieuwigheden: kermis, theater en pretpark, culturele uitingen allerhand, en het bevrijdende was dat niemand liep te zeuren over kwaliteit, het vanop afstand wilde beoordelen. Het was, en wat je leuk vond pikte je eruit en de rest…, och, het was toch te veel om allemaal te beleven.
Wat me als eerste fascineerde was hoe de verschillende wezens erbij liepen. Na de uitleg over de meditech begreep ik dat het probleemloos kon als je een nek als een giraffe wilde hebben, hoorns die uit je kop groeide, of als je met maar een oor door het leven wilde. Elke aanpassing was mogelijk en gebeurde pijnloos, zonder bijwerkingen of naweeën in een soort studiootjes waar je je wensen kenbaar maakte die vervolgens feilloos en in een mum van tijd werden uitgevoerd. Het leverde een kakofonie van lelijkheid op, zo bizar als een visioen van Bosch, of nog gekker zelfs. Jeroen had dit beslist het paradijs gevonden en had zich wezenloos geschilderd om het teveel aan indrukken te kunnen verwerken.
Dat waren de wezens die deze wereld bevolkten en die op niets meer leken behalve op hun eigen bizarre zelf en dat ik niet opviel in mijn gewone menselijke hoedanigheid kwam omdat ik freak tussen de freaks werd, opging in de mêlee van anderszijn was ik doodgewoon een buitenbeentje in een wereld die helemaal uit buitenbeentjes bestond.
Hier werd alles en iedereen aanvaard en het was onmogelijk te zeggen hoe de bewoners er oorspronkelijk hadden uitgezien want inmiddels waren er al veel vormen gemuteerd en was het volstrekt normaal dat iemand - een mannelijk exemplaar zelfs - een blauwe baby baarde die met ogen op steeltjes de wereld inkeek en met een gevorkte staart zwiepte. Knalrood, fel oranje, kleuren waarvoor ik geen naam kon bedenken, het liep en danste door elkaar, met elkaar en met zoveel variatie was het natuurlijk onmogelijk om op je uiterlijk te worden afgerekend. Iedereen voelde zich perfect in zijn vel omdat hij of zij dat vel zelf had gekozen, de attributen en aanwassen eigenhandig had bedacht.
Ik zag iemand die vond dat twee handen niet genoeg waren en die het niet kon laten beide handen aan een arm voortdurend zelf te schudden. Er waren natuurlijk de te verwachten cyclopen maar wat iemand met een slurf moest waarover hij bij het dansen voortdurend struikelde werd mij nooit helemaal duidelijk. Soms vergrootte het het bereik, leek daarom functioneel, maar de meesten hun fantasie stopte toch bij een reeks extra versieringen die ze met zich meesleepten, al schrok ik toen ik Medusa in levende lijve tegenkwam en de slangen op haar hoofd naar mij sisten.
Niets was onomkeerbaar. Was je het aangemetene moe, werd het te lastig of wilde je wel eens wat anders dan liet je jezelf gewoon opnieuw veranderen. Een half uurtje van je tijd in een van de studio’s en je was weer als herboren. Dat niemand je meer herkende was geen probleem. Je scharrelde gewoon wat nieuwe vrienden op, want volk was er genoeg en niemand leek hier alleen of eenzaam, en het deed er ook niet toe: er bestond geen verleden of toekomst, alleen het nu telde, dus herinneringen met een ander… Er was zoveel nieuws, zoveel verse indrukken, dat herinneringen werden uitgewist nog voordat ze ontstonden.
Dat had als voordeel dat niemand ook maar enige balast met zich meezeulde, dat niemand last had van spoken uit het verleden. Na elke rust begon je gewoon met een schone lei, als een verwonderd kind nam je wat alweer nieuw was in je op en genoot van de smaken en kleuren die je tot dan nog niet kende…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten