De samenkomst vond plaats in mijn onderkomen: beide tovenaars, de verslagen leiders en ik. Drie die verandering wilden en twee die dat hoe dan ook zouden proberen te voorkomen. Democratischer kon niet, al was er niemand gekozen.
De onwilligheid zat al in het zitten van de verslagenen, zwaar en op hun qui-vive, en een van hen wierp onmiddellijk het grootste bezwaar voor onze voeten. “De mannen zullen de vrouwen nooit willen dekken!”
Ik fronste. “Hoezo?”
“Daar is de leider voor.”
“Dat moet veranderen.” Ik begreep niet waar hij heen wilde en keek naar Golp voor steun die omhoog staarde in het niets alsof hij er helemaal niet bij hoorde. “Je bedoelt dat ze echt niet willen”, liet ik mij ontvallen, “dat ze helemaal geen zin hebben om een vrouw te dekken?”
De leider knikte. “Is dat waar jij vandaan komt anders?” vroeg hij voorzichtig.
Dit was een argument waarmee ik geen rekening had gehouden, dat zelfs niet eens bij mij was opgekomen, dat er een soort bestond die een afkeer van de voortplanting had. Drossen vermenigvuldigden zich tegen hun zin en waren toch succesvol in termen van aantallen en ontwikkeling. Dit druiste volkomen in tegen elke vorm van biologie die ik kende.
“En de leiders?”
Hij haalde de schouders op. “Het is onze plicht.”
“En de vrouwen?”
“Alleen als ze vruchtbaar zijn.”
“Hoe weet je of een vrouw vruchtbaar is?”
Hij keek niet begrijpend. “Dat ruik je toch…” Ik knikte. “Je woont met een vrouw. Heb je haar nog niet geroken?”
“Jawel”, sprak ik afwezig. Hier moest ik over nadenken. Bragg was willig geweest toen ze bij me kwam wonen, maar daarna niet meer. Althans…, ik had geen poging ondernomen, maar haar gedrag was anders dan in het begin, al had ik daar niet zo op gelet. Het was prima zo. Seks zou wel volgen, had ik gedacht, maar daarvan was ik ineens minder zeker.
Ik kon ook niet zeggen dat ik iets aan haar geur had opgemerkt. Was het mij ontgaan of was ik er niet gevoelig voor? Was het iets van drossen en niet van mensen?” Ik zat vol vragen en in de eerste plaats naar Golp die ik wrevelig aankeek. Hij had er niets van laten blijken. Waarom wist ik dit niet, dit dat zo cruciaal was, de voortplanting notabene?
Ik stuurde de verslagenen weg die er niets van begrepen. Overleg, dan weer geen overleg… Wat wilde ik nou? Bovendien vonden ze het maar wat vreemd: een dros die niet wist dat drossen niet van seks hielden.
Ik wachtte tot ze waren vertrokken voordat ik me tot Golp wendde en hem aankeek.
“Is het bij mensen anders dan?” stotterde de tovenaar.
“Dat kun je wel zeggen”, grinnikte Merlijn. “Zelfs op mijn hoge leeftijd…”
“Bespaar me dat”, onderbrak ik hem. “Heeft in deze wereld niemand zin?”
“Vrouwen als ze vruchtbaar zijn”, sprak Golp voorzichtig.
“En hoe vaak zijn vrouwen vruchtbaar, en hoe lang?” vroeg ik vermoeid
“Een keer per kwartaal, een dag of vier.”
“En dan is de leider verplicht…?” Golp knikte. “Ze zijn toch niet allemaal tegelijk vruchtbaar, hoop ik, want dan kan ik me wel voorstellen dat het een opgave wordt.”
De tovenaar schudde zijn hoofd. “De cyclus hangt samen met het ogenblik van de geboorte. Op de dag van haar tiende verjaardag wordt een meisje vrouw en heeft ze haar eerste cyclus, dan drie maanden later, enzovoorts.”
“Een regelmatig ritme.” Golp knikte. “Wordt ze met tien al gelijk gedekt?”
“Ze is vrouw”, antwoordde de tovenaar hulpeloos. “Drossen worden op dit moment niet zo oud als mensen. Hooguit veertig. Dat stijgt naarmate hun technische evolutie vordert om tenslotte op hun hoogtepunt ouder te worden dan mensen. Dan blijven meisjes langer meisje en worden later vrouw, maar nu is dat nog met hun tiende verjaardag. Vergeet niet dat ze langer dragen dan een jaar. Veertien maanden, met een lange herstelperiode daarna. Een vrouw blijft hooguit twintig jaar vruchtbaar en kan dus maximaal tien jongen krijgen waarvan zeker de helft sterft.”
“Toch een snelle aanwas.”
“Anders waren er allang geen drossen meer geweest”, zuchtte de tovenaar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten