Plotseling stond er een heer in de hut. Ik kan hem niet anders noemen. Een rijzige gestalte in een keurig zwart Armani kostuum met geplakte achterover gekamde haren in de trant van een vooroorlogse filmster als Clark Gable. Gemanicuurde nagels, keurig verzorgd, zelfs het smalle streepsnorretje ontbrak niet.
“Mag ik je voorstellen: Mefisto”, sprak Merlijn gedecideerd.
“De duivel?” vroeg ik ongelovig.
“Duivels bestaan net zo min als goden”, wees de tovenaar mij terecht. “Mensen plakken etiketten naar willekeur. Ze gebruiken metaforen om hun onzekerheid en angst te maskeren. Wat wij niet begrijpen moet toch in een begrijpelijk hokje passen. Wat negatief voor ons uitpakt is daarom des duivels en het goede komt van god, al is het je reinste onzin.
Zodra miljarden jaren geleden materie ontstond had het de neiging te klonteren, zich samen te voegen waardoor nieuwe entiteiten ontstonden. Daar kwam geen god aan te pas. Het is een proces dat voortdurend in beweging is en waarom het gebeurde weet niemand. Waarschijnlijk is er geen waarom. Het gebeurde zonder enige reden of redelijkheid. Er was geen hoger plan maar een veelheid van reacties die uiteindelijk onder andere onszelf opleverden.
De mens houdt zich al lang bezig met de existentiële vraag, maar ik vrees dat daarop geen antwoord is gewoon omdat de vraag verkeerd is. Het gaat niet om het waarom. Daarvoor is geen enkele levensvorm belangrijk genoeg en te alle tijden vervangbaar. Wij zijn een piepklein deeltje in het geheel zoals een radertje in een enorme machine: zodra het is versleten vervang je het gewoon en als dat radertje zich de waarom vraag zou stellen is dat absoluut zonder betekenis want de machine draait gewoon verder zonder zich om dat pietluttige radertje te bekommeren…”
“Je zou de monteur die het radertje vervangt als god kunnen zien.”
Merlijn grijnsde. “Welke monteur? De machine vervangt het radertje zelf. Daar komt niemand aan te pas.”
“Dan is de machine zelf god!”
De tovenaar zuchtte. “Hou toch op mens! Je bent niet belangrijk genoeg om naar je om te kijken. Er zijn miljarden planeten waarop datgene gebeurt wat wij als leven classificeren: van een zelfstandig celletje tot combinaties waarvan wij ons geen voorstelling kunnen vormen. De mens is een van die triljoenen mogelijkheden en heeft zich toevallig zo ontwikkeld dat ze zichzelf als het belangrijkste, het middelpunt zijn gaan beschouwen. Een cruciale denkfout die aan de basis ligt van onze arrogantie.”
“Leven is dus zonder zin?”
“In de metafysische betekenis, zeer zeker! In de biologische betekenis zijn we onderdeel van een geheel en hebben daarom zin. Wij zijn net zo goed een schakel in het geheel en als je die wegneemt heeft dat zeker gevolgen, al zijn die gevolgen hooguit plaatselijk.”
“Waarom maken we ons dan zo druk?”
Mefisto bemoeide zich: “Zou je uit het leven willen stappen?”
“Natuurlijk niet!”
“Dat is je antwoord. Elke levensvorm vindt zijn leven belangrijk omdat het is, omdat het geen andere waarde kent. Dat is de reden waarom je doorgaat met wat op zichzelf zonder betekenis is, zoals kunst op zichzelf zonder betekenis is. Het leven stopt niet zonder kunst en toch maken we het, creëren iets dat van onszelf is, ook al kun je het niet eten, drinken of ademen. Het feit dat we aan kunst een hogere waarde toekennen illustreert de metafysische zinloosheid van het leven zelf. Al zou de kosmos in haar geheel verdwijnen, het verandert niets van belang omdat het bestaansgegeven zonder belang is. In de basis is het nihilisme en al bouw je daar nog zoveel tierelantijnen en franjes op, nihilisme blijft onveranderd, wordt alleen nog feller onderstreept dankzij de omkadering die wij leven noemen.”
Ik staarde hem aan. “Wat is jouw functie in dit spel als je geen horens, staart of bokkenpoten draagt?”
De heer lachte gul. “Daar kom je wel achter.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten