29 juni / june 1987
Waar eens de witte pauwen
drommen, klinkt nu het
carillon
van bassen die
resoneren,
dissonanten houwen
uit een stukgeslagen
ideaal
Vol barsten en scheuren
van eens, maar nooit
weer
Maar komt toch ooit één
keer
weer terug, dat
jeugdverhaal
blijft blij knipogend
voor je staan
Pas dan besef je
dat idealen toch niet
vergaan
Ze blijven, niet als
zijn,
maar ach wat geeft het:
alleen dat blijven is al
fijn
De herinnering eraan
is wat ik nooit heb
weggedaan
Where ones the white peacocks
droves, now sounds the carillon
of basses that echo,
beat discords
from a broken ideal
Full of bursts and cracks
of ones, but never more
But yet returns once ever again
back, that youth story
stops in front of you merrily blinking
First then you realize
that ideals don’t perish anyhow
They stay, not as being,
but hell, who cares:
just staying is alright
The memory of it
is what I never dispensed with
Geen opmerkingen:
Een reactie posten