The world too
large and certainly underneath the earths’ surface no-one will look for him. He
shall be listed inglorious as a disconcerting disappearance. Someone who left
but never returned. “Didn’t we always say so? It had to happen once!”
Sudden a soft
sound behind him and he feels how something pulls at the left foot shackle. He
distorts his head again to see; blurred, blond curls.
- ‘Gabi?’ he
asks hopefully.
- ‘Silent Lord,
otherwise they hear you.’
- ‘You’re not
dead! They didn’t catch you! Where is Barg?’ Sentences stumble upon each other and
the girl reports softly while she bungles the rigid fibers.
She saw no-one
as long as she waited in the bush and because it took that long she became afraid,
went to investigate and left the dog with the equipment. Carefully she skulked
towards the parquet and followed the edge through the grass till at the curtain
where she could look down between the long stems without being seen. She heard
about his capture and when she understood that they crucified him on the hill she
skulked back and found him.
Tork feels that
it doesn’t work. The dry, tied fibers resist her attempts without problem and
he tells her to look for a sharp stone in order to lumber the shackles.
She leaves
silent, returns and then it goes fast. Just because the material is dry and tidily
strained the fibers break after a few cuts. The left one snaps, the right one
follows. Torks’ legs hang straight down but it is impossible for Gabi to reach
the wrists. She tries to climb the iron palisade but doesn’t succeed.
Tork tells her to
use him as a ladder and bares the pain to endure her extra weight. With her
feet firmly around his hips she bends aside for the right wrist which loosens immediately
after some cuts.
De wereld te groot en onder het aardoppervlak
zullen ze hem zeker niet zoeken. Hij zal roemloos als een onrustwekkende
verdwijning worden bijgeschreven. Iemand die vertrok en nooit terugkwam.
“Hebben we het niet altijd gezegd! Het moest er eens van komen!”
Plots een zacht geluid achter hem en hij voelt hoe
er iets aan de linker voetboei rukt. Hij verdraait opnieuw zijn hoofd om te
kunnen zien. Wazige, blonde krullen.
- ‘Gabi?’ vraagt hij hoopvol.
- ‘Stil Heer, anders horen ze u.’
- ‘Je bent niet dood! Ze hebben je niet gepakt!
Waar is Barg?’ Zinnen buitelen over elkaar en het meisje brengt zacht verslag
uit terwijl ze aan de stugge vezels prutst.
Ze zag niemand zolang ze in het bosje wachtte en
omdat het te lang duurde ging ze bang op onderzoek en liet de hond bij de
spullen. Voorzichtig sloop ze naar het parket en volgde de rand door het gras
tot bij het gordijn waar ze tussen de lange halmen omlaag kon gluren zonder
zelf te worden gezien. Ze hoorde iets over zijn gevangenneming en toen ze vernam
dat ze hem op de heuvel hadden gekruisigd sloop ze terug en vond hem.
Tork voelt dat het niet lukt. De droge,
strakgetrokken vezels weerstaan haar pogingen moeiteloos en hij zegt haar een
scherpe steen te zoeken om de boeien stuk te zagen.
Ze verdwijnt stil, keert terug en dan gaat het
snel. Juist omdat het materiaal droog is en strak gespannen begeven de vezels
het na een paar halen. De linker knapt, de rechter volgt. Torks benen hangen
steil omlaag maar Gabi kan onmogelijk bij de polsen. Ze probeert langs de
ijzeren stellage te klauteren, wat niet lukt.
Tork zegt haar langs hem omhoog te klimmen en
klemt de tanden om haar extra gewicht te verdragen. Met de voeten stevig rond
zijn heupen buigt ze opzij voor de rechterpols die door het gewicht al na
enkele halen losschiet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten