maandag 24 september 2012

WANDERBACH page 125


The world too large and certainly underneath the earths’ surface no-one will look for him. He shall be listed inglorious as a disconcerting disappearance. Someone who left but never returned. “Didn’t we always say so? It had to happen once!”
Sudden a soft sound behind him and he feels how something pulls at the left foot shackle. He distorts his head again to see; blurred, blond curls.
- ‘Gabi?’ he asks hopefully.
- ‘Silent Lord, otherwise they hear you.’
- ‘You’re not dead! They didn’t catch you! Where is Barg?’ Sentences stumble upon each other and the girl reports softly while she bungles the rigid fibers.
She saw no-one as long as she waited in the bush and because it took that long she became afraid, went to investigate and left the dog with the equipment. Carefully she skulked towards the parquet and followed the edge through the grass till at the curtain where she could look down between the long stems without being seen. She heard about his capture and when she understood that they crucified him on the hill she skulked back and found him.
Tork feels that it doesn’t work. The dry, tied fibers resist her attempts without problem and he tells her to look for a sharp stone in order to lumber the shackles.
She leaves silent, returns and then it goes fast. Just because the material is dry and tidily strained the fibers break after a few cuts. The left one snaps, the right one follows. Torks’ legs hang straight down but it is impossible for Gabi to reach the wrists. She tries to climb the iron palisade but doesn’t succeed.
Tork tells her to use him as a ladder and bares the pain to endure her extra weight. With her feet firmly around his hips she bends aside for the right wrist which loosens immediately after some cuts.  

De wereld te groot en onder het aardoppervlak zullen ze hem zeker niet zoeken. Hij zal roemloos als een onrustwekkende verdwijning worden bijgeschreven. Iemand die vertrok en nooit terugkwam. “Hebben we het niet altijd gezegd! Het moest er eens van komen!”
Plots een zacht geluid achter hem en hij voelt hoe er iets aan de linker voetboei rukt. Hij verdraait opnieuw zijn hoofd om te kunnen zien. Wazige, blonde krullen.
- ‘Gabi?’ vraagt hij hoopvol.
- ‘Stil Heer, anders horen ze u.’
- ‘Je bent niet dood! Ze hebben je niet gepakt! Waar is Barg?’ Zinnen buitelen over elkaar en het meisje brengt zacht verslag uit terwijl ze aan de stugge vezels prutst.
Ze zag niemand zolang ze in het bosje wachtte en omdat het te lang duurde ging ze bang op onderzoek en liet de hond bij de spullen. Voorzichtig sloop ze naar het parket en volgde de rand door het gras tot bij het gordijn waar ze tussen de lange halmen omlaag kon gluren zonder zelf te worden gezien. Ze hoorde iets over zijn gevangenneming en toen ze vernam dat ze hem op de heuvel hadden gekruisigd sloop ze terug en vond hem.
Tork voelt dat het niet lukt. De droge, strakgetrokken vezels weerstaan haar pogingen moeiteloos en hij zegt haar een scherpe steen te zoeken om de boeien stuk te zagen.
Ze verdwijnt stil, keert terug en dan gaat het snel. Juist omdat het materiaal droog is en strak gespannen begeven de vezels het na een paar halen. De linker knapt, de rechter volgt. Torks benen hangen steil omlaag maar Gabi kan onmogelijk bij de polsen. Ze probeert langs de ijzeren stellage te klauteren, wat niet lukt.
Tork zegt haar langs hem omhoog te klimmen en klemt de tanden om haar extra gewicht te verdragen. Met de voeten stevig rond zijn heupen buigt ze opzij voor de rechterpols die door het gewicht al na enkele halen losschiet. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten