- ‘Do you take
me?’
- ‘Of course. You
can’t go back!’ She laughs nervous.
Tork collects
his gear. If they can’t sleep they better move on.
He looks at her
bare legs that have suffered during the fast run through the high sharp grass: blotted
by numerous little wounds of which some are red swollen. Tork searches in his
rucksack and digs up a legging which he always brings as precaution against
cold nights; plus a flannel shirt with long sleeves.
- ‘Take off
your dress. We can’t go on like this’ and bends to nurse the wounds.
Thinking he
looks at her bare feet and educes a pair of camelhair socks. ‘Put these on’ after
which he strips wide tapes of bark from the surrounding stems that he chews to
roll it slick round her feet. Over this a pair of extra socks to hold the
improvised soles.
- ‘And? Get up.
How does it feel?’
- ‘Like I wear
booths’ she grins.
- ‘For the
moment it’s okay.’ He gives her a rope to tie up the legging.
Barg watched
all the time and jumps up as soon as Tork hoists the rucksack around his
shoulders, and hops fawning down towards the grass covered plain.
After about two
hours they reach the Path of the Gods where they rest and chew capsules after
which they move on further south.
The journey is tiresome; more than before he reached
the town; probably the emotions or otherwise a shortcoming of rest. - ‘Neemt u mij mee?’
- ‘Natuurlijk. Je kunt niet terug, en stop
alsjeblieft met dat u! Ik ben geen heerser meer!’ Ze lacht nerveus.
Tork haalt gelaten de schouders op en verzamelt de
uitrusting. Als ze toch niet kunnen slapen kunnen ze beter verder trekken.
Hij monstert haar blote benen die hebben geleden
tijdens de snelle vlucht door het hoge scherpe gras: ontsierd door talrijke
wondjes waarvan sommige rood zijn gezwollen. Tork duikt in de rugzak en diept
de leggin op die hij als voorzorg tegen koude nachten altijd bij zich heeft.
Nog een flanellen shirt met lange mouwen.
- ‘Trek je jurk uit. Zo kun je niet verder’ en
bukt om de wondjes te verzorgen.
Hij kijkt nadenkend naar haar blote voeten en
haalt een paar kameelharen sokken tevoorschijn. ‘Trek deze aan’ waarna hij met
het mes brede stroken bast van de omringende stammetjes stript dat hij kauwt om
het soepel rond haar voeten te wikkelen. Daarover een extra paar sokken om de
geïmproviseerde zolen op hun plaats te houden.
- ‘En? Ga staan. Hoe voelt het?’
- ‘Net of ik laarsjes draag’ grinnikt ze.
- ‘Voorlopig kan het ermee door.’ Hij geeft haar
een touw om de leggin op te houden.
Barg keek al die tijd toe en springt overeind
zodra Tork de rugzak rond de schouders hijst, en huppelt kwispelend omlaag naar
de met gras begroeide steppe.
Na een kleine twee uur bereiken ze het Godenpad
waar ze rusten en capsules kauwen waarna ze verder zuidwaarts trekken.
De tocht is vermoeiend. Vermoeiender dan vóórdat
hij de stad bereikte. Wellicht de emoties of anders het tekort aan rust.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten