He stops at the
smooth polished edge and looks at the fifty yards further uprising hill. Then
he studies the varnished floor. Carefully he steps with one foot on the wood and
presses. The construction is solid and can easily carry his weight. No pretentious
trap that succumbs as soon as he stands on it.
Over the level laid
planks he creeps towards the hill. It doesn’t seem wise to follow the floor without
precaution why he crawls on hand and feet upwards against the slope, peeks over
the edge as soon as he reaches the vertex and tigers over the flat summit until
he is above the construction again.
The floor follows
the complete length of the hill until it passes at the end again in grassy
plains, but what surprises him the most is the cloth hanging over the entire width. No more then ten yards from him and
he will have to pass it. With high probability the path is behind the curtain. Tork
lowers himself till on the floor and creeps silently towards the mysterious
drapery, peeks carefully through a crack and holds his breath involuntary.
The building
construction is a stage: a place for giant performances. In front stands a
crowd, so creepy silent that he feels his spine tingling. The mass stretches
for miles and disappears in grey mist. It seems to wait for something; walls of
tightly together standing and tensed faces stare hypnotized at the empty stage.
Tork looks over
his shoulder, afraid to be surprised by what they are waiting for when the
curtain suddenly swings open. He freezes and looks surprised at the crowd that
starts a multi-headed hymn.
- ‘Hallelujah!’
He believes to hear his name during the solemn swelling song. ‘The Highest... Release us!’
Tork plies to let
the text sink in and blushes for embarrassment. It’s an ode for him, to his
appearance. He is the Messiah who descended to free Underearth. The first town
was already liberated, they sing, and is being managed by the disciple Jeremy and
his twelve-men Council on His name while they wait for his return as soon as all
Underearth is free of slavery.
Hij blijft staan bij de gladgeschuurde rand en
kijkt naar de vijftig meter verder oprijzende heuvel. Vervolgens bestudeert hij
de gelakte vloer, zet voorzichtig een voet op het hout en drukt. De constructie
is stevig en kan zijn gewicht gemakkelijk dragen. Geen opzichtige valkuil die
bezwijkt zodra hij erop gaat staan.
Over de waterpas gelegde planken sluipt hij naar
de heuvel. Het lijkt niet verstandig zondermeer de vloer te volgen en daarom
kruipt hij op handen en voeten tegen de helling omhoog, gluurt over de rand
zodra hij de top bereikt en tijgert over de vlakke bovenkant tot hij opnieuw
boven de constructie is.
De vloer loopt door langs de hele lengte van de
heuvel tot ze aan het eind weer overgaat in grazige steppe, maar wat hem het
meest verbaast is het over de hele breedte hangende doek. Hooguit tien meter
bij hem vandaan en hij zal er langs moeten. Het pad loopt met grote waarschijnlijkheid
achter het gordijn. Tork laat zich tot op de planken zakken en sluipt stil naar
de mysterieuze draperie, gluurt voorzichtig door een kier en houdt
onwillekeurig de adem in.
Het bouwwerk is een podium: een plek voor
reusachtige voorstellingen. Ervoor staat een menigte, zo griezelig stil dat hij
zijn ruggengraat voelt tintelen. De massa strekt zich mijlenver uit en
verdwijnt in grijze nevels. Ze lijkt ergens op te wachten. Een zee van dicht
opeengepakte gespannen gezichten staart gebiologeerd naar het lege toneel.
Tork kijkt onwillekeurig over zijn schouder, bang
verrast te worden door waar zij op wachten wanneer het doek plotseling
openzwaait. Hij bevriest en kijkt verrast naar de menigte die een duizendkoppig
gezang aanheft.
- ‘Halleluja!’ Hij meent zijn naam te horen
tijdens het plechtig aanzwellende lied. ‘De Allerhoogste……. Verlos ons!’
Tork spant zich in om de tekst tot zich door te
laten dringen en kleurt van verlegenheid. Een loflied voor hem, een ode aan
zijn komst. Hij is de Messias die afdaalde om Onderaarde te bevrijden. De
eerste stad werd al bevrijd, zingen ze, en wordt bestuurd door de discipel
Jeremy en zijn twaalfkoppige Raad uit naam van Hem terwijl ze op zijn terugkeer
wachten zodra heel Onderaarde vrij van slavernij is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten