donderdag 20 september 2012

WANDERBACH page 122


The mass chants again: ‘Hallelujah!’
Tork tries to find someone who wants to answer his questions but halts on apotheoses as if they are all in trance. The people seem to be in a ban of mass psychosis with him as cause and will only hear what they expect: he, the man on the mountain, the savior and them the blindly following herd. Human, born to be slave. Heroes or Gods, mankind wants to kneel and pious look up towards what they worship. What can he do to break this trance and maybe reach a couple of individuals that will answer his questions?
Tork tries again and this time he only addresses the first rows because that’s where he recognizes individual faces: ‘Listen!’
It doesn’t help. If he shouts or whispers, the volume is the same and echoes calm above the crowd which is quite as soon as he speaks but when he stops immediately restart the monotone singing. No-one looks at him directly. As far as he can distinguish they all stare right through him. They seem to be robots in stead of sheep and suddenly Tork realizes where he is: Underearth, land of illusion!
As soon as he understands the mass starts to move. Humanity disappears to wander into less honorary expressions. The modest inebriation changes into flaming hate. Hot voluptuous swirling steam whirls and Tork knows that they see him now. Ardent engorging looks and he flinches involuntary.
As if this is the sign the first jump on the stage. He is being grasped. At first a couple of hands which he still can beat away but soon it become too many. The stick is knocked off, the belt with the knife grabbed from his waist and he is being pushed and kicked. 

De massa scandeert weer: ‘Halleluja!’
Tork probeert iemand te vinden die zijn vragen wil beantwoorden maar stuit op verheerlijking alsof ze allemaal in trance verkeren. De mensen lijken in een ban van massapsychose met hem als oorzaak en zullen alleen horen wat ze verwachten: hij, de man op de berg, de verlosser en zij de blindelings volgende kudde. Mens, geboren om slaaf te zijn. Helden of Goden, de mens wil knielen en devoot opkijken naar wat hij verheerlijkt. Wat kan hij doen om de trance te doorbreken en misschien een paar individuen bereiken die zijn vragen willen beantwoorden?
Tork probeert het opnieuw en dit keer spreekt hij alleen de eerste rijen toe omdat hij daarin afzonderlijke gezichten herkent: ‘Luister!’
Het helpt niet. Of hij schreeuwt of fluistert, het volume blijft en resoneert kalm over de menigte die stil is zodra hij spreekt maar wanneer hij stopt herneemt het onmiddellijk het monotone gezang. Niemand kijkt hem aan. Voor zover hij kan onderscheiden staren ze allemaal dwars door hem heen. Het lijken robots in plaats van schapen en plotseling realiseert Tork zich waar hij is: Onderaarde, het land van illusie!
Zodra hij dat beseft komt er beweging in de massa. De menselijkheid verdwijnt en maakt plaats voor al minder vererende trekken. Het ingetogen zwijmelen verandert in broeiende haat. Hete wellustig kolkende stoom wolkt en Tork weet dat ze hem nu wel zien. Vurig verslindende blikken en hij deinst onwillekeurig achteruit.
Alsof dat het teken is springen de eersten op het podium. Hij wordt vastgegrepen. Eerst een paar handen die hij nog van zich af kan slaan maar al gauw worden het er teveel. De stok wordt weggeslagen, de riem met het mes van zijn middel gerukt en hij wordt geduwd en geslagen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten