After the girls
stop talking an ominous silence falls. The Council members wait in grim tension
for the torrid lightning. Tork lets
the lead silence last, grey and heavy. The first cough so sudden that it
feels like thunder and everybody scares, also Tork and his assistances. Then a
cautious clinking laugh works to liberation. Another one follows and another
and suddenly the hall jingles, the lead grey atmosphere shatters and changes
into a buzz of voices. Everyone talks muted through each other but Tork doesn’t
interfere. He looks and listens until a first voice levers full of bravura and
tells about the past.
A young man
with ingenious eyes stares determined in their direction. His story meant for
the girls, a fellow sufferer who speaks about his youth in turn. After him the others follow. Stories round
the table, calling memories and unconsciously fomentation the resistance
against the faith that brought them here. That’s exactly Torks’ purpose: people
who openly talk about matters which were forbidden; the germ of revolution.
As soon as
everyone silences he will take over to explain why they are here: the change
for the town, rebellion which will create an opening hopefully.
It is deafening
quit after Tork has spoken. Incredulous gazes roam from him to both dogs, at
ease in a corner. It is the boy: Jeremy, who is the first that breaks
hesitating the silence. No longer a boy, even he still looks the seventeen year
old from thirty years ago.
- ‘Who says you
are not a spy?’
- ‘Do they
exist then?’ Tork asks interested; not only the Council members, also his
assistances nod. Tork strokes his chin thinking. ‘Why? Are there concrete
indications for this?’
Nadat de meisjes zwijgen valt er een
onheilspellende stilte. De Raadsleden wachten in grimmige spanning op de
verzengende bliksem. Tork laat de als lood in de lucht hangende stilte duren,
grijs en zwaar. De eerste kuch zo plotseling dat het een donderslag lijkt en
iedereen schrikt, ook Tork en zijn assistentes. Dan werkt een voorzichtig tinkelende
lach aan de bevrijding. Er volgt er nog een en nog een en opeens rinkelt de
zaal, de loodgrijze atmosfeer verbrijzelt en verandert in geroezemoes. Iedereen
praat gedempt door elkaar maar Tork bemoeit zich er niet mee. Hij kijkt en
luistert tot een eerste stem zich vol bravoure verheft en over vroeger vertelt.
Een jongeman met schrandere ogen kijkt vastberaden
in hun richting. Zijn verhaal bedoelt voor de meisjes, een lotgenoot die op
zijn beurt over zijn jeugd vertelt. Na hem volgen de anderen. Verhalen ronden
de tafel, roepen herinneringen op en wakkeren onbewust het verzet aan tegen het
lot dat hen hier bracht. Dat is precies Torks bedoeling: mensen die openlijk
praten over zaken welke verboden waren. De kiem voor revolutie.
Zodra iedereen zwijgt zal híj het overnemen en
duidelijk maken waarom ze hier zijn: de omslag voor de stad, rebellie die
hopelijk voor hem een opening creëert.
Het is oorverdovend stil nadat Tork is
uitgesproken. Ongelovige blikken dwalen van hem naar beide honden, rustig in
een hoek. Het is de knaap: Jeremy, die als eerste aarzelend de stilte
verbreekt. Hij is allang geen jongen meer, al is hij uiterlijk nog de
zeventienjarige van dertig jaar geleden.
- ‘Wie zegt dat u geen spion bent?’
- ‘Bestaan die dan?’; vraagt Tork belangstellend.
Niet alleen de Raadsleden, ook zijn assistentes knikken. Tork strijkt nadenkend
over zijn kin. ‘Waarom? Zijn daar concrete aanwijzingen voor?’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten