Is it a game in
which he has to discover the weak spots to break out of this mousetrap? For now he refuses to believe that this is
for eternity, or yet as long as no-one defeats him. Absent-minded he sits down
on a big rock which border the road at this side and without he notices both
girls bend in the dust while the crowd follows their example.
Suddenly he
realizes and stares astonished at the curved backs.
- ‘Get up! You
are no slaves though!’
- ‘But we are, Lord’;
the girls squeal frightened while the mass agrees mumbling. First Tork is too surprised,
then it dawns.
Beyond his will
he ended in a situation that crowned him as an absolute ruler. A despot who can
do with his people what he wants, which has certain logic. No-one wants to be
suppressed, certainly not by a Tiran , with as
a result that he as ruler is not in a grudging position. Who thinks of
rebellion wants to fight him what means that he will be defeated sooner or
later. Even in eternal youth there will be a moment that someone sends him to
Safedestiny which guarantees circulation on behalf of the people who don’t care
less who tyrannizes them. Cogitating he looks at the bend backs.
- ‘If I rise
will you do the same?’ The girls nod hardly visible, their forehead against the
road pebbles.
And indeed; as
soon as he rises the crowd follows. How they know escapes him. With their heads
on the ground it is impossible for them to see his move and yet both women, which
seem to be his personal assistances, rise after which the others do the same
slowly and respectful.
Is het een spel waarin hij de zwakke plekken moet
ontdekken om uit deze muizenval te breken? Voorlopig weigert hij te geloven dat het voor
eeuwig is, of toch zolang niemand hem verslaat. In gedachten neemt hij plaats
op een grote kei die aan deze kant de straatweg afzomen en zonder dat het tot
hem doordringt werpen de meisjes zich in het stof terwijl de menigte hun
voorbeeld volgt.
Plotseling realiseert hij het zich en staart
verbaasd naar de zee gekromde ruggen.
- ‘Sta op! Jullie zijn toch geen slaven!’
- ‘Dat zijn we wel, Heer’; piepen de meisjes
geschrokken terwijl de menigte mompelend haar instemming betuigt. Eerst is Tork
te verbaasd, dan daagt het.
Ongewild belandde hij in een situatie die hem tot
alleenheerser kroonde. Een despoot die met het volk doet wat hij wil, waar een
zekere logica achter schuilt. Niemand wil worden onderdrukt, zeker niet door
een tiran, met als resultaat dat hij als heerser in een niet te benijden
positie zit. Wie aan opstand denkt zal hem willen bevechten zodat hij vroeg of
laat wordt verslagen. Al beschikt hij over eeuwige jeugd, er komt een moment
dat iemand hem naar Nageborchte stuurt waardoor roulatie gewaarborgd blijft ten
koste van de bevolking voor wie het weinig uitmaakt door wie het wordt
getiranniseerd. Peinzend kijkt hij naar de zee gekromde ruggen.
- ‘Als ik ga staan, doen jullie dat dan ook?’ De
meisjes knikken nauwelijks zichtbaar, hun voorhoofd tegen de straatstenen.
En inderdaad. Zodra hij opstaat komt de menigte
overeind. Hoe ze het weten ontgaat hem. Met de hoofden tegen de grond kunnen ze
zijn beweging onmogelijk zien en toch verrijzen eerst beide vrouwen welke zijn
persoonlijke secondanten blijken, waarna ook de rest langzaam eerbiedig gaat
staan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten