As soon as
aging starts it won’t take long; for no reason, suddenly, gone to Safedestiny, another
destination, probably to for fill other duties. For the people have a task: serviceable
to the Gods, what means that everybody waits until he or she is called. That
one is allowed to go outside, along the path, and to the Gods to get an order or
to realize one.
When Tork asks of
which these tasks exists the girls stay vague. It can be everything: messages
for the Nymphs, but also a job somewhere in Underearth. They don’t know concrete
examples because they never were called for duty. They aren’t in town that long
still and during the first thirty years no-one is allowed to go outside because
they are not here out of free will and the desire to go back lasts long. No-one
can get out, except explicitly send for by the Gods.
Because no-one
can pass the gates it isn’t necessary to guard them. The only risk form the
individuals with a task, what doesn’t happen a lot, and always a couple
together at the most that not only can be guarded easily but is already so long
in Underearth that above there’s nothing that binds anymore.
- ‘And if you
walk outside together with me?’ Tork asks laconic. Suddenly the girls seem to
be terrified. ‘You can’t go outside, Lord’; left whispers softly. Tork looks incredulous.
‘Why? I walked inside, didn’t I?’ The girl nods. ‘Inside is possible, but not
back; certainly not a ruler. He never goes outside because he has to stay in
town to keep peace.’
Tork jumps up and
walks with long steps through the hall followed closely by the dogs while both
young women run to keep up with him.
Zodra de veroudering inzet duurt het niet lang.
Zomaar, opeens, weg naar Nageborchte, een andere bestemming, waarschijnlijk om
andere taken te vervullen. Want de mensen hebben een taak: dienstbaar aan de
Goden, wat inhoudt dat iedereen wacht tot hij of zij wordt geroepen. Diegene
mag naar buiten, langs het pad, en naar de Goden om er een opdracht te halen of
uit te voeren.
Wanneer Tork vraagt waaruit deze taken bestaan
blijven de meisjes vaag. Het kan van alles zijn: boodschappen voor de Nymphen,
maar ook klusjes ergens in Onderaarde. Concrete voorbeelden kennen zij niet
omdat ze nog nooit voor een taak werden geroepen. Ze zijn nog niet zo lang in
de stad en tijdens de eerste dertig jaar mogen ze niet naar buiten omdat
niemand hier vrijwillig is en het verlangen terug te willen lang aanwezig
blijft. Niemand kan eruit, tenzij uitdrukkelijk door de Goden ontboden.
Omdat niemand de poorten kan passeren is het ook
niet nodig ze te bewaken. Het enige risico vormen individuen met een opdracht,
wat niet vaak voorkomt, en altijd hooguit een paar tegelijk die niet alleen
gemakkelijk bewaakt kunnen worden maar bovendien al zolang in Onderaarde zijn
dat er daarboven niets meer is wat bindt.
- ‘En als jullie samen met mij naar buiten
wandelen?’; vraagt Tork laconiek. Plotseling lijken de meisjes doodsbang. ‘U
kunt niet naar buiten, Heer’; fluistert links zacht. Tork kijkt ongelovig. ‘Hoezo?
Ik ben toch ook binnen gekomen!’ Het meisje knikt. ‘Binnen kan, maar niet
terug. Zeker een heerser niet. Hij komt nooit buiten omdat hij in de stad moet
blijven om de orde bewaren.’
Tork vliegt overeind en beent met lange passen door
de hall op de voet gevolgd door de honden terwijl beide jonge vrouwen hollen om
hem bij te houden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten