16 augustus / august 1984, gepubliceerd /
publicated: Gollempje Amsterdam 1987
Liggen op de mokerrode hei
waar ik je op een pol
bevrij
scheen de zon ons
lachend aan,
keek op twee
mensenkinderen neer
die naakt het veld in
waren gegaan
Naakt als pas geboren
lagen wij, totaal
verloren
Van niemand trokken wij
ons iets aan
Wij waren de enigen
ongeveer
die ooit dat veld in
waren gegaan
Alleen de hei hoorde onze kussen
die ons laaiend deden
blussen,
waarmee wij elkaar
overladen
Bloeiende bloemen met hartstocht
geladen
Die middag in die lavendellila hei
was er nooit zoveel
liefde in enig gevrij
Liefde die ons liet
openspringen,
die ons vastklonk in saffraanrode
boeien,
voordat we spijtig huiswaarts gingen
Laying on the red-hammered heath
where I loved you on a sod
gleamed the sun laughing towards us,
looked down on two creatures
who went naked into that field
Bare like just born
we laid down, absolutely lost
didn’t care about anyone
We were the odd ones
who ever entered there
Only the heath heard our kisses
which quenched us flaming,
while bogging each other
in blooming flowers filled with passion
That afternoon in that lavender-lilac heath
there was never so much love in any court
Love that popped us open,
that riveted us in saffron-red shackles
before we regretted home
Geen opmerkingen:
Een reactie posten