zondag 2 december 2012

WANDERBACH page 191


Thanks to the flaming fire it becomes cozier in the small room, yet this pleasantness will turn against them in the end. The entrance is covered again and the amount of oxygen becomes less. Fire will use it even quicker. It’s time that he finds a solution. While he spreads his clothes to dry they eat from the victuals they brought. Tork wants to stay until the cold vanishes, then dress again and dig a way out if that’s possible. Worried he thinks of the speed in which the snow fell. If it doesn’t stop there is no outside anymore but he has to try.
The search for the Gods is less unnoticed then he hoped. The sudden snowfall proofs that they know and want to avoid that he reaches them. He wanted to believe Waja`s statement too much that nothing would happen anymore on this continent. The Gods are afraid!
As soon as the shivering stops he dresses. His clothes are still moist and he waits as long as he dares before he starts the perhaps hopeless attempt. Like a swimmer he digs furious in the covered entrance to tumble surprising outside after a short while. He scribbles straight and looks round. Barg appears gasping besides him.
It’s not snowing anymore and the temperature climbs. The surrounding snow is already melting. It can’t have taken long after he found shelter; the track he made is still visible. Thanks to the low entrance they didn’t notice. Carefully he spies up. Did the Gods loose track under the thick layer of snow?
The path is practical unworkable. They will have to fight through the mush. Tork falls in the slow melting pulp that feels even danker. The dog follows slowly, and then sudden after a sharp bend he rolls in warm grass. They reached the snowborder, less then a hundred yards away.  

Dankzij het knetterende vuur wordt het steeds aangenamer in de kleine ruimte, al zal de behaaglijkheid zich tenslotte tegen hen keren. De ingang is inmiddels dicht gesneeuwd en de hoeveelheid zuurstof wordt minder. Vuur zal het nog sneller verbruiken. Het wordt tijd dat hij een oplossing bedenkt. Terwijl hij zijn kleren spreidt om te drogen eten ze wat van de meegebrachte proviand. Tork is van plan zo lang te blijven tot de kou wijkt, om zich weer aan te kleden en een weg naar buiten te graven als dat mogelijk is. Bezorgd denkt hij aan het tempo waarmee de sneeuw viel. Als het niet stopt is er geen buiten meer maar hij moet proberen.
De zoektocht naar de Goden verloopt minder onopgemerkt dan hij hoopte. De plotse sneeuwval bewijst dat zij op de hoogte zijn en willen verhinderen dat hij hen bereikt. Hij hechtte teveel waarde aan Waja`s bewering dat hem op dit continent niets meer overkomt. De Goden zijn bang!
Zodra het rillen stopt kleedt hij zich aan. De kleren zijn nog vochtig en hij wacht zolang hij durft voordat hij aan de wellicht hopeloze poging begint. Als een zwemmer graaft hij verwoed in de dicht gesneeuwde toegang om na korte tijd verrassend naar buiten te duikelen. Hij krabbelt overeind en kijkt rond. Barg staat hijgend naast hem.
Het sneeuwt niet meer en de temperatuur klimt. De sneeuw rondom begint al te smelten. Het kan niet lang hebben geduurd nadat hij de schuilplaats vond, het spoor dat hij trok is nog te zien. Dankzij de lage ingang merkten ze het niet. Behoedzaam loert hij omhoog. Raakten de Goden hun spoor bijster onder de dikke laag sneeuw?
Het pad is nagenoeg onbegaanbaar. Ze zullen zich door de brij moeten vechten. Tork laat zich in de traag smeltende pulp vallen die nog klammer voelt. De hond volgt traag, en dan plots na een scherpe bocht, rolt hij in warm gras. Ze hebben de sneeuwgrens bereikt, minder dan honderd meter ver. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten