He pulls a jar with milk towards himself, takes
a sip a wipes his mouth. Starving is impossible. Plenty, and no-one reacts because he serves
himself. He decides to provoke.
- ‘Hello!’ he shouts, so loud that his lungs
hurt.
No reaction. No-one seems to have heard it.
This is too much, and he walks towards the
nearest group of Gods, wrings himself between and pokes someone’s side. No
reaction. Harder! No reaction; slaps a Goddess her ass. No reaction. Squeezes her tits ...
Only when he pulls a plate towards where someone just wants to eat from, something
happens. The teased pulls the plate back without looking or manifest in some
other way.
To become furious! Of course they know that he is here. Plates don’t shove by itself and Gods have
feelings. Why should they otherwise copulate? This stoic way to be neglected is
to become crazy. What will happen if he takes one of the Goddesses without
asking? Shall she let that happen as well as if he doesn’t exist or will she
resist? But that goes too far and to be honest he doesn’t dare either. He wants
their attention, not their anger.
He walks towards a discussing small group that
leans against the table, grabbing in pots and bowls they stuff themselves and
snap to each other while chewing. That shameless that he wouldn’t even notice
them normally but he wants to hear what they have to say to each other.
- ‘I tell you that that son of a bitch nicked
my followers. Quite logic if you depend on worshipping your ancestors. He
claims that he stood at the cradle of humanity and the twits follow.’ The
speaker snorts indignant, ‘and this while I’m the oldest of us all. If someone
stood at some cradle, it’s me!’
- ‘Hallo!’ schreeuwt hij, zo hard dat zijn longen pijn doen.
Geen reactie. Niemand lijkt de schreeuw te hebben gehoord.
Dit gaat te ver, en hij loopt naar het dichtstbijzijnde groepje Goden,
wringt zich ertussen en port iemand in de zij. Geen reactie. Harder! Geen
reactie. Mept een Godin op de billen. Geen reactie. Knijpt in haar borsten ...
Pas wanneer hij een bord naar zich toetrekt waar iemand juist een hap van wil
nemen, gebeurt er iets. De geplaagde trekt het bord terug zonder opkijken of op
een andere manier iets te laten blijken.
Om razend te worden. Natuurlijk weten ze dat hij er is. Borden schuiven
niet vanzelf en gevoel hebben de Goden. Waarom zouden ze anders gemeenschap
hebben? Dit stoïcijnse waarmee hij wordt genegeerd is om hels te worden. Wat
zal er gebeuren als hij een van de Godinnen ongevraagd neemt? Zal ze dat ook
laten gebeuren alsof hij niet bestaat of zal ze zich verzetten? Maar dat gaat
te ver en eerlijk gezegd durft hij ook niet. Hij wil hun aandacht, niet hun
woede.
Hij loopt naar een discusiërend groepje dat tegen de tafel leunt,
graaiend in potten en schalen proppen ze voedsel naar binnen en snauwen naar
elkaar terwijl ze hun eten vermalen. Zo ongegeneerd dat hij hen normaal links
zou laten liggen maar hij wil weten wat ze elkaar te verwijten hebben.
- ‘Ik zeg je dat die klootzak mijn aanhang heeft gepikt. Nogal logisch
als je het van voorouderverering moet hebben. Hij beweert dat hij aan de wieg
van de mensheid staat en de minkukels volgen.’ De spreker snuift
verontwaardigd. ‘En dan te bedenken dat ik het oudst ben van allemaal. Als er
iemand ooit aan een wieg stond, ben ik het!’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten