zaterdag 8 december 2012

WANDERBACH page 198 + 199 (end of chapter 15)


- ‘That’s right! You seem to like it; so who knows...’
- ‘Crazy bitch! It was my idea to send freezing cold. How he could escape from it I don’t know. They must have found shelter somewhere, otherwise it’s not possible. But now the dog is death he is finished. You may have him as soon as he arrives. Try him first before you slice his throat.’
- ‘You take him; I don’t abase for a man.’
It’s too much for Waja; she screams and attacks her colleague while she throws lance and shield from her. Her rival does the same and waits with spread arms, hands like claws. The others thrust together; their noise so loud that Tork is not afraid to be discovered. He knows enough.
First cautious, but he erects after he is ten yards further. The fight is still going on when he breaks fast through the bushes, deeper into the forest, to bend at a safe distance parallel to the path.
He is well swindled. They are responsible for Bargs’ death, not the Gods! He will take revenge damn it! He doesn’t know how yet, but there will be a way. Obstinate he smoothens a way until he is far enough, forces back to the avenue slowly while he hopes that the women stay where they are. He doesn’t know how much time he has before they come to the conclusion that he escaped again; neither he knows what they will do then: look for him in the forest, or wait further down the lane, somewhere before he reaches the Gods? Tork shrugs. He will see. For now he defeated them twice, and…three times...! Why not? 

page 199; avenue to the Gods

- ‘Zo is het! Jij lijkt er helemaal niet vies van. Dus wie weet...’
- ‘Stomme trut! Het was mijn idee vrieskou te sturen. Hoe hij daaraan kon ontsnappen is een raadsel. Ze hebben ergens geschuild, anders kan het niet. Maar nu de hond dood is, is het afgelopen. Je mag hem hebben zodra hij er is. Wat mij betreft probeer je hem eerst voordat je hem keelt.’
- ‘Neem jij hem maar. Ik verlaag me niet voor een man.’
Het wordt Waja teveel, ze krijst en stort zich op haar collega terwijl ze speer en schild van zich afwerpt. Haar rivale doet hetzelfde en wacht met gespreide armen, de handen als klauwen. De anderen verdringen zich. Het lawaai zo luid dat Tork niet bang voor ontdekking hoeft te zijn. Hij weet genoeg.
Eerst behoedzaam, maar zodra hij tien meter verder is richt hij zich op. Het gevecht is nog in volle gang wanneer hij snel door de struiken breekt, dieper het woud in, om op veilige afstand af te buigen, evenwijdig aan het pad.
Hij heeft zich goed laten belazeren. Zij zijn verantwoordelijk voor Bargs dood, niet de Goden! Hij zal het hen verdomme betaald zetten! Hij weet nog niet hoe, maar er is vast een manier. Verbeten baant hij een weg tot hij ver genoeg is, dringt dan langzaam terug naar het Godenpad, hoopt dat de vrouwen blijven waar ze zijn. Hij weet niet hoeveel tijd hij heeft voordat ze tot de conclusie komen dat hij weer is ontsnapt en evenmin wat ze dan zullen doen; hem in het bos zoeken, of simpelweg verderop opwachten, ergens voordat hij de Goden bereikt? Tork haalt de schouders op. Hij ziet wel. Tenslotte wist hij hen al twee keer te verslaan, en…driemaal...! Waarom niet?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten