vrijdag 14 december 2012

WANDERBACH page 203


Tork has the idea that he came to a wild party unprepared where everybody is drunk and he the only sober, when he remembers Waja`s remark: “They won’t even notice you!” He shall have to start at the beginning and see what the lowest level will bring. It doesn’t make sense to stand here and stare. He can watch for days without becoming much wiser. Once again he looks left and right but no sign of the servants or any other guard system.
He didn’t expect to be welcomed with clarion calls or a fanfare of trumpets but that his entering doesn’t arouse the least disturbance is such an anticlimax that he stops desperate in front of the long table. No-one reacts or looks at him and without hesitation they all continue with what they are doing. So totally unnoticed that he feels immediately redundant, with as a result that every form of fear or timidity disappears which he felt by seeing the immense community for the first time that according to tradition defines the faith of billons. He feels invisible or not present while what he sees is absolutely real. To convince himself he grabs the solid edge of the table, and even when he looks someone straight in the eyes it seems that this person looks right through him and that he doesn’t even hinders his view.
Tork turns and grabs the table again, this time out of necessity. The jungle has disappeared. Behind him the same sight as where he is in. No mirror, but as if he stands in the middle surrounded by the erecting steps that are suddenly circle shape.
Immediately he thinks of Perlwachters’ lessons and tries to break the illusion but whatever effort he takes: everything stays the same: a reality that can’t be right, not according to the legalities he knows off.
He pulls an empty seat towards him and falls into it. As if he sits in the middle of a hologram, a projected reality that is not entirely what it seems to be and which he sees without being a part of it; and yet everything is real!
He reaches for a plate and breaks a leg of something that was roasted, bites the soft meat and notices how hungry he is. He hasn’t eaten for at least one day. Not because he ran out of food but because he didn’t take the time. 

Tork heeft het gevoel dat hij onvoorbereid op een wilde fuif belandde waar iedereen dronken is en hij als enige nuchter, wanneer hij zich Waja`s opmerking herinnert: “Ze zullen je niet eens opmerken!” Hij zal bij het begin moeten beginnen en zien wat de laagste trede brengt. Het heeft geen zin hier te staan staren. Hij kan dagen kijken zonder veel wijzer te worden. Nog één keer speurt hij links en rechts maar van dienaressen of enig andere bewaking geen spoor.
Hij verwachtte niet met klaroengeschal of tromgeroffel te worden onthaald maar dat zijn komst niet de minste beroering wekt is zo’n anticlimax dat hij vertwijfeld voor de lange tafel blijft staan. Niemand reageert of kijkt op en allemaal gaan ze zonder hapering door met datgene waarmee ze bezig zijn. Zo totaal onopgemerkt dat hij zich op slag overbodig voelt, met als gevolg dat iedere vorm van angst of schuchterheid verdwijnt welke hij voelde toen hij het immense gezelschap voor het eerst zag dat volgens de overlevering het lot van miljarden bepaalt. Hij voelt zich onzichtbaar of niet aanwezig terwijl wat hij ziet er wel degelijk is. Om zichzelf te overtuigen grijpt hij de solide tafelrand, en zelfs als hij iemand recht in de ogen kijkt lijkt het of diegene dwars door hem heen kijkt en hij het uitzicht niet belemmert.
Tork draait zich om en grijpt opnieuw de tafel, dit keer uit noodzaak. Het oerwoud is verdwenen. Achter hem hetzelfde tafereel als waarin hij zich bevindt. Geen spiegeling, maar alsof hij in het midden staat met rondom de oprijzende treden die plots cirkelvormig zijn.
Onmiddellijk denkt hij aan de lessen van Perlwachter en probeert de illusie te verdrijven maar hoe hij zich ook inspant: alles blijft hetzelfde. Een realiteit die niet kan kloppen, niet volgens hem bekende wetmatigheden.
Hij trekt een lege zetel bij en laat zich vallen. Alsof hij midden in een hologram zit, een geprojecteerde schijnwerkelijkheid die hij ziet zonder er zelf deel aan te hebben. En toch is alles echt!
Hij reikt naar een schaal en breekt een poot van iets dat werd gegrild, bijt in het malse vlees en merkt hoe hongerig hij is. Hij heeft minstens een dag niet gegeten. Niet omdat de proviand op was maar omdat hij zich geen tijd gunde. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten