Progress is costing more and more effort. The forest becomes thicker. Lianas
like wrists meander around trees and between bushes and block the way. It’s
costing trouble, but especially time smoothening a path with no other tool then
the clumsy kitchen knife. How he would like a dagger like the servants have.
Tork
is worried. The much longer it
takes, the more chance he has that the women will wait for him in the end. In
the mean time they will know that he took another road. The question is what
they will do. Do they follow him or do they make it themselves easy and shall
he walk straight into the arms of a welcoming committee? Not that it differs
much. Also when they chase him they will catch up fast because they are with
many and better equipped.
With courage that nears hopelessness he cuts
through a next liana and breaks half a yard further where he is stopped again. What a dissaster! Not only
does he leave a perfect trail, but the knife, which is not made for this, starts
to fail. With every cut the blade becomes duller and he has to use more force.
He
wipes his forehead. The shirt is
soaked and to his growing anger he is plagued by clouds of insects that are
coming after his smell. In the beginning the stings were troublesome and only
itched but now it starts to cause pain. The high level of sodium in his body fluid
and the everlasting chafing of clothes cause poignant wounds. However he feels
that no-one is behind him he looks backwards every time and it surprises him
that he doesn’t hear or see the women yet.
Tork
maakt zich zorgen. Zoveel langer het duurt, zoveel meer kans maakt hij dat de
vrouwen hem straks opwachten. Ze zullen inmiddels weten dat hij een andere weg
nam. De vraag is wat ze doen. Komen ze hem achterna of maken ze het zich
gemakkelijk en loopt hij recht in de armen van een ontvangstcomité? Niet dat
het veel verschil maakt. Ook als ze hem achtervolgen zullen ze snel op hem
inlopen omdat ze met veel en beter uitgerust zijn.
Met
moed die grenst aan hopeloosheid snijdt hij door een volgende liaan en breekt
een halve meter verder waar hij opnieuw wordt tegengehouden. Wat een ramp! Niet
alleen laat hij een perfect spoor na, maar het mes, dat niet voor deze
inspanning werd gemaakt, laat het afweten. Bij elke haal wordt het lemmet
botter en moet hij meer kracht zetten.
Hij
veegt zijn voorhoofd af. Het shirt is doordrenkt en tot zijn niet geringe
ergernis wordt hij geplaagd door hordes insecten die op de geur afkomen. In het
begin waren de steken lastig en jeukten maar nu beginnen ze pijn te doen. Het
hoge natriumgehalte in zijn lichaamsvocht en het voortdurend schuren van
kleding veroorzaken schrijnende wondjes. Hoewel hij voelt dat er niemand achter
hem is kijkt hij telkens achterom en het verbaast hem dat hij de vrouwen nog
niet ziet of hoort.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten