vrijdag 7 december 2012

WANDERBACH page 197


Women who he saw in the village on a daily basis, who danced for him and whom he visited. But why are they here?
Suddenly they break their grim silence. ‘It takes an awful long time,’ one says.
Waja answers: ‘Be patient. He will be sleeping somewhere in the woods. You know we can’t influence him when he leaves the paths. His will is too strong and eviscerates the amulets.’
- ‘But think!’ one other shouts. ‘What if he decided to leave the path and wanders somewhere through the forest?’
- ‘Why should he do that? Without his dog he will be lost. Now Barg isn’t anymore we are certain that he will pass here; there is no other way.’
- ‘Or do you give him the chance to escape?’ Waja`s cabin-mate reacts dirty.
Waja turns furious. ‘You know damn well that that’s rubbish,’ she fizzles.
Tork scares involuntary. Her facial expression leaves no doubt. The fury who scolds her cabin-mate is no-one else but the duchess. Why didn’t he see this before? Vague he remembers his first impression when he woke up and which vanished and yet the resemblance is unequivocally. Did she bewitch him that he only sees it now, or was he tempted and didn’t want to see? His lip bleeds because he bit it to suppress a scream of surprise.
The roommate bends combative forward and stares Waja straight in her arrogant face. The others stand aside as if they expect an attack.
- ‘I know the agreement, but maybe he fucks so good that you changed your mind. You never told us. How is he?’
- ‘Find out yourself,’ Waja reacts arrogant. ‘You left it to me to seduce him. You didn’t want. “A man between my legs; I mustn’t even think of it!” you said. Do you remember?’ 

Vrouwen welke hij dagelijks in het dorp zag, die voor hem dansten en waar hij op visite kwam. Maar waarom zijn ze hier?
Plotseling verbreken ze hun grimmig zwijgen. ‘Het duurt wel lang,’ meent er een.
Waja antwoordt: ‘Geduld. Hij ligt vast te slapen in het bos. Je weet dat we hem niet kunnen beïnvloeden als hij van de paden wijkt. Zijn wil is te sterk en ontkracht de amuletten.’
- ‘Maar denk toch na!’ roept een ander. ‘Wat als hij heeft besloten het pad te verlaten en ergens door het woud zwerft?’
- ‘Waarom zou hij dat doen? Zonder hond verdwaalt hij. Nu Barg er niet meer is zijn we zeker dat hij hier passeert. Er is geen andere weg.’
- ‘Of geef je hem de kans te ontsnappen?’ reageert Waja`s hutgenote vuil.
Waja keert zich woedend om. ‘Jij weet heel goed dat het onzin is,’ sist ze.
Tork schrikt onwillekeurig. Haar gezichtsuitdrukking laat geen twijfel. De furie die haar hutgenote afblaft is niemand minder dan de hertogin. Waarom zag hij dat niet eerder? Vaag herinnert hij zich zijn eerste indruk toen hij bij kennis kwam welke daarna vervloog en toch is de gelijkenis onmiskenbaar. Behekste ze hem dat het nu pas doordringt, of liet hij zich verleiden en wilde het daarom niet zien? Zijn onderlip bloedt omdat hij er onwillekeurig in beet om de schreeuw van verrassing te onderdrukken.
De medebewoonster buigt strijdvaardig naar voren en staart Waja recht in het hooghartig gezicht. De anderen staan erbij alsof ze een handgemeen verwachten.
- ‘Ik ken de afspraak, maar misschien neukt hij zo lekker dat jij je bedacht. Je zei er nooit iets over. Hoe is hij?’
- ‘Vindt het zelf uit,’ reageert Waja uit de hoogte. ‘Je liet het wat graag aan mij hem in te palmen. Je trok er zelfs je neus voor op. “Een man tussen mijn benen. Ik moet er niet aan denken!” zei je. Weet je nog?’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten