- ‘Just
persist, boys, it will come to an end.’
It doesn’t make
it easier but his encouraging words help because it shows that he knows how tantalizing
the long descent is.
At a new
rotation the Nymph stops and turns while she presses a finger against her lips.
- ‘This is the
last bend’; she whispers. ‘We are no ten yards from Underearth. You only need
to go the last part to a large hall where several paths come together. You will
know which the right one is.
- Here we have
to say goodbye because otherwise the Gods will notice and aim their anger to
destroy me.’
She looks at
him, asking for understanding and when Tork nods she smiles veiled. He kisses
her for the last time and sees how fast she hovers upwards to the safe surface.
Then he turns with a feeling of lost for the last steps.
In the high
vast hall doom numerous corridors as dark gates in the distant walls. The dogs
sniff alert and Tork stops to orientate. It is like the Nymph said. He doesn’t know why but the right passage,
the beginning of the road to the Gods, lures left and he walks quickly in that
direction with the dogs just behind he looks carefully around searching for a
first ambush. The Gods will know by now and it shall not take long before they
let that know.
At the entrance
he stops again and traces the dusk in the bow-shape gate but he can’t see
anything alarming. Also the dogs give no sign of danger and appeased he walks
into what seems to be a narrow corridor which gradually broadens.
- ‘Nog even volhouden, jongens, er komt heus wel
een eind aan.’
Het maakt hun gang niet lichter maar de
bemoedigende woorden helpen omdat hij laat merken zich bewust te zijn van de
onaangename lengte van de afdaling.
Bij een nieuwe wenteling houdt de Nymph halt en
draait zich om terwijl ze een wijsvinger tegen de lippen houdt.
- ‘Dit is de laatste bocht’; fluistert ze. ‘We
zijn geen tien meter van Onderaarde. Je hoeft alleen nog het laatste stuk tot
in een grote zaal waarin verschillende paden samen komen. Je zult weten welk
het juiste is.
- Hier moeten we afscheid nemen omdat de Goden mij
anders zullen opmerken en hun woede richten om me te vernietigen.’
Ze kijkt hem aan, vragend om begrip en wanneer
Tork knikt glimlacht ze steels. Hij kust haar voor het laatst, en ziet hoe rap
ze omhoog zweeft naar het veilige oppervlak. Dan draait hij zich met een gevoel
van verlies om en daalt de laatste meters.
In de hoge uitgestrekte zaal doemen talrijke
gangen als donkere poorten in de ver verwijderde wanden. De honden snuiven
waakzaam en Tork blijft staan om zich te oriënteren. Het is zoals de Nymph zei.
Hij weet niet waarom maar de juiste gang, het begin van het pad naar de Goden,
lokt links en hij stapt snel in die richting met de honden pal achter zich
kijkt hij behoedzaam rond op zoek naar de eerste valstrik. De Goden zullen nu
op de hoogte zijn en het zal niet lang duren voordat ze het laten merken.
Bij de ingang blijft hij staan en speurt in de
schemer achter de boogvormige poort maar kan niets alarmerends ontdekken. De
honden vertonen evenmin tekenen van onraad en gerustgesteld loopt hij verder in
wat een smalle gang blijkt die zich gaandeweg verbreedt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten