She leaves the wine, and after
she is gone Perlwachter starts talking.
- ‘As soon as you’re down there the
Gods know and will protect themselves by creating illusions which will make it
difficult or even impossible for you to go on. Gods don’t like interference. You
have to know that no God will harm a human if not strictly necessary. They
certainly exist thanks to, which doesn’t mean that they are not capable doing
it. It is beneath their standing to directly intervene and they rather look for
more cumbersome methods. Of which the anger of the Gods is capable has been
proven enough in the past during wars or nature disasters, by which I don’t say
that every violent act was directed by them. The majority was devised by humans
but if Gods come in between the catastrophe will be total. All this aside to sketch
what can happen if they are forced.
- In Underearth, their own home, they
won’t use anything that can harm themselves but rather use illusions which are
not less effective. As soon as you set foot down there they will know who and
why. The chance that they know upfront is negligible, especially now they are
far to busy to make each others life miserable. Their view crosses the home
base permanently but it happens seldom that they focus up here since they trust
on the keepers and Nymphs, and especially now they are apprehensive to each
other their attention will be on the immediate surroundings why they won’t have
much time for the first illusion and you have a fair chance to survive. The further
you enter Underearth the more careful you have to be because the Gods will have
plenty of time and energy to spend which will make the illusions more dangerous.’
De wijn laat ze staan, en nadat ze is verdwenen begint Perlwachter te
praten.
- ‘Zodra je beneden bent weten de Goden en zullen zich beschermen door een
aantal illusies op te roepen die je doortocht bemoeilijken en als het kan
beletten. Ze houden niet van inmenging. Je moet weten dat geen enkele God een
mens kwaad zal doen als dat niet absoluut noodzakelijk is. Ze bestaan immers
dankzij, wat niet wil zeggen dat ze er niet toe in staat zijn. Ze ervaren het
als beneden hun stand om lijfelijk tussenbeide te komen en bedienen zich liever
van omslachtiger methoden. Waartoe de toorn der Goden in staat is werd in het
verleden genoeg bewezen tijdens oorlogen of natuurrampen, waarmee ik niet
beweer dat elke gewelddadige actie door Goden werd geregisseerd. Het
leeuwendeel werd door mensen bekokstoofd maar als Goden er zich mee bemoeien is
de catastrofe totaal. Dit alles terzijde om te schetsen wat kan gebeuren als
Zij zich gedwongen voelen.
- In Onderaarde, hun eigen huis, zullen ze niets aanwenden wat henzelf kan
schaden maar zich liever bedienen van illusies die niet minder effectief zijn.
Zodra je één voet in Onderaarde zet zullen ze weten wie en waarom. De kans dat
ze daarvóór van je komst op de hoogte zijn is te verwaarlozen, zeker nu, omdat
ze veel te druk zijn met elkaar het leven zuur te maken. Hun blikveld kruist de
thuisbasis permanent maar het komt zelden voor dat ze omhoog kijken omdat ze op
de wachters en hun Nymphen vertrouwen, en zeker nu ze beducht zijn voor elkaar
zal hun aandacht vooral op de onmiddellijke omgeving zijn gericht wat betekent
dat ze niet veel tijd hebben voor de eerste illusie waardoor je een goede kans
maakt er heelhuids door te komen. Naarmate je vordert zul je goed op je tellen
moeten passen. Zoveel meer tijd en energie de Goden aan illusies besteden, zo
gevaarlijker zullen ze zijn.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten