We are aware of our restrictions
but hiding is not one of them.’ The
elderly grinns. Tork is ashamed. Perlwachter is right. Humanity is ridiculous
imperfect while it sees itself as the most entirely and important product of
creation.
The keeper shows him a sofa which
feels spongy and immediately folds to his body. Because of a lack of visible
storage space Tork places the rucksack aside him, the stick in the loops and
lays the belt with accessories on the bench.
The elderly sits over him and
taps with a flat hand against the side of the low table which starts to grow; the
top thrusts out, folds around both men without hindering them.
Almost immediately a female Nymph
appears, carrying a plate which seems far too big and heavy, filled with a
diversity of platters and crockery that she serves silent. Tork recognizes the roasting
air of poultry but also sees that there are small unknown mammals and decides
not to ask from which the meal consists. Except meat there is the well-known
fruit that he found on the meadow and an outstanding red wine that, however
perfectly tastes, is without alcohol. He can drink as much as he wants.
The meal happens in silence and
Tork admits that he is hungry. Till the last crumb, while the Nymph in the mean
time serves the dogs by bringing two large plates to which the animals eagerly
attack.
Perlwachter is rather modest and
seems to participate especially out of courtesy while he tastes everything and
sips from the wine in such small parts as if he criticizes the food. He waits
patiently until Tork and the dogs are satisfied before he wipes his mouth and
hands with an in lemon water soaked napkin, so warm that the moist immediately
vaporizes.
Without Tork asking, the female
Nymph appears to clean the table and she helpfully places an ashtray in front
of him.
Wij kennen onze beperkingen maar verbergen hoort daar niet bij.’ De oude
grinnikt. Tork doet beschaamd mee. Perlwachter heeft gelijk. De mensheid is
bespottelijk onvolmaakt terwijl het zichzelf als het meest volkomen en
belangrijkste product van de schepping ziet.
De wachter wijst hem een divanbank die sponzig voelt en zich onmiddellijk
naar zijn lichaam zet. Bij gebrek aan zichtbare bergruimte plaatst Tork de
rugzak naast zich, de stok in de lussen en legt de riem met toebehoren op de
bank.
De oude gaat tegenover hem zitten en tikt met de vlakke hand tegen de
zijkant van de lage tafel die begint te groeien. Het blad schuift uit, plooit
rond beide mannen zonder hen te belemmeren.
Bijna onmiddellijk verschijnt een Nymphe met een blad dat veel te groot en
zwaar lijkt met daarop verschillende schalen en serviesgoed dat ze zwijgend
uitserveert. Tork herkent de braadlucht van gevogelte maar ziet dat er ook
kleine onbekende zoogdieren zijn en besluit niet te vragen waaruit de maaltijd
bestaat. Behalve vlees het overbekende fruit dat hij onderweg zag en een
uitstekende rode wijn die, hoewel perfect van smaak, zonder alcohol is. Hij kan
zoveel drinken als hij wil.
De maaltijd gebeurt in stilte en Tork erkent dat hij honger heeft. Tot de
laatste kruimel, terwijl de Nymph ondertussen ook aan de honden dacht en twee
grote schalen binnendraagt waar de dieren gretig op aanvallen.
Perlwachter is veeleer bescheiden en lijkt vooral uit beleefdheid mee te
doen terwijl hij van alles proeft en van de wijn nipt, in zulke kleine
hoeveelheden alsof hij het voedsel keurt. Hij wacht geduldig tot Tork en de
honden verzadigd zijn voordat hij mond en handen met een in citroenwater
gedrenkt servet dept, zo warm dat het vocht onmiddellijk verdampt.
Zonder dat Tork het vraagt verschijnt de Nymphe om af te ruimen en zet
gedienstig een asbak voor hem neer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten