It’s a good location to camp, but
he is also curious what the valley further down has to offer. That can wait
till tomorrow. It won’t be long before the sun disappears behind the ridges. Still
naked he tousles the small dome tent, just a few yards from the rustling creek.
The clear gurgling creek, the
miracle where he hoped for, which doesn’t only mean water but also food: fish
that jumps high above the tiny splashing gulfs, hunting, but soon the prey when
he pulls the thin line with only a white crochet through the stream. The first
trout bites struggling and he attains it a side. The dogs are familiar with it
and stay still a shore. They know that he won’t stop before there is enough for
three.
He walks back to the thorny
bushes to chop enough dry wood for a fire; this time just to cook, because the
tent will be a perfect shelter against the nightly cold.
He digs a shallow hole for his
fire to roast the scrubbed fish at long sharpened branches. Satisfied he sniffs
the whirling roasting air. This is life! This is why he does it; more then a
week of hard labor almost forgotten. He dresses and waits for the falling
darkness, while he entertains himself with coffee now there is plenty water.
The dogs lay dozy besides the
smoldering fire and he listens to the dark silence irregularly permeated by a
squeaking owl. This lovely calmness while his distressed muscles tingling relax
is like the gorgeous beat of life itself, knowing that he can fill the night
with sleep without any rush to get somewhere. It doesn’t matter at what time he
wakes up. Maybe they stay another day, maybe they hike further, but they won’t
leave the stream as long as it isn’t necessary: water and food and as far as he
can see easy terrain. Tomorrow he will investigate to find the reason for the smoke,
and that he doesn’t have a map is not such a problem as it seems: he knows the
direction and the compass will help, but not before they have to leave the
river or after he is convinced that it won’t bring them where he wants.
page 11 |
Het is een goede plek om te kamperen al is hij nieuwsgierig naar wat het dal verderop te bieden heeft. Dat kan tot morgen wachten. Het zal niet lang duren voordat de zon achter de toppen verdwijnt en zonder zich aan te kleden begint hij aan het opzetten van de kleine koepeltent, enkele meters van de ruisende beek.
De heldere klaterbeek, het wonder waarop hij hoopte wat niet alleen water betekent maar ook voedsel: vis die hoog boven de kabbelende golfjes springt, op jacht, maar al snel prooi wanneer hij de dunne lijn met daaraan een enkele blanke haak door de stroom trekt.
De eerste forel bijt zich spartelend vast en hij haalt hem naar de kant. De honden kennen het en liggen roerloos op de oever. Ze weten dat hij niet stopt voordat er genoeg is voor drie.
Hij loopt terug naar de doornige wand waar hij zolang hakt tot hij genoeg heeft voor een vuur. Dit keer alleen om te koken want de tent biedt genoeg beschutting tegen de nachtelijke kou.
Hij graaft een ondiepe kuil waarin hij zijn vuurtje stookt om daarop de schoongemaakte vissen aan lange aangepunte takken te roosteren. Voldaan snuift hij de kringelende braadlucht. Dit is leven! Dit is waarom hij het doet. De achter hen liggende tocht die meer dan een week hard werken vergde al bijna vergeten wanneer hij zich aankleedt om de invallende duisternis af te wachten terwijl hij zichzelf op koffie trakteert nu er water in overvloed is.
De honden liggen soezerig naast het smeulende vuur en hij luistert naar de donkere stilte, onregelmatig doorbroken door de roep van een uil.
Deze heerlijke rust, terwijl zijn beproefde spieren zich tintelend ontspannen, is als het verrukkelijk kloppend leven zelf waarin hij de nacht kan vullen met slaap zonder haast ergens te geraken. Het maakt niet uit hoe laat hij wakker wordt. Misschien blijft hij nog een dag, misschien trekken ze verder. In elk geval zullen ze de loop van de rivier niet verlaten zolang het niet nodig is: water en voedsel in overvloed en zover hij zag gemakkelijk begaanbaar terrein. Morgen zal hij onderzoeken of hij de oorsprong van de rook kan ontdekken en dat hij geen kaart heeft is niet zo onoverkomelijk als het lijkt. Hij kent de richting en het kompas zal hem helpen, maar niet voordat ze de rivier noodgedwongen moeten verlaten of tot hij ervan overtuigd is dat die hen niet zal brengen waar hij wil.
De heldere klaterbeek, het wonder waarop hij hoopte wat niet alleen water betekent maar ook voedsel: vis die hoog boven de kabbelende golfjes springt, op jacht, maar al snel prooi wanneer hij de dunne lijn met daaraan een enkele blanke haak door de stroom trekt.
De eerste forel bijt zich spartelend vast en hij haalt hem naar de kant. De honden kennen het en liggen roerloos op de oever. Ze weten dat hij niet stopt voordat er genoeg is voor drie.
Hij loopt terug naar de doornige wand waar hij zolang hakt tot hij genoeg heeft voor een vuur. Dit keer alleen om te koken want de tent biedt genoeg beschutting tegen de nachtelijke kou.
Hij graaft een ondiepe kuil waarin hij zijn vuurtje stookt om daarop de schoongemaakte vissen aan lange aangepunte takken te roosteren. Voldaan snuift hij de kringelende braadlucht. Dit is leven! Dit is waarom hij het doet. De achter hen liggende tocht die meer dan een week hard werken vergde al bijna vergeten wanneer hij zich aankleedt om de invallende duisternis af te wachten terwijl hij zichzelf op koffie trakteert nu er water in overvloed is.
De honden liggen soezerig naast het smeulende vuur en hij luistert naar de donkere stilte, onregelmatig doorbroken door de roep van een uil.
Deze heerlijke rust, terwijl zijn beproefde spieren zich tintelend ontspannen, is als het verrukkelijk kloppend leven zelf waarin hij de nacht kan vullen met slaap zonder haast ergens te geraken. Het maakt niet uit hoe laat hij wakker wordt. Misschien blijft hij nog een dag, misschien trekken ze verder. In elk geval zullen ze de loop van de rivier niet verlaten zolang het niet nodig is: water en voedsel in overvloed en zover hij zag gemakkelijk begaanbaar terrein. Morgen zal hij onderzoeken of hij de oorsprong van de rook kan ontdekken en dat hij geen kaart heeft is niet zo onoverkomelijk als het lijkt. Hij kent de richting en het kompas zal hem helpen, maar niet voordat ze de rivier noodgedwongen moeten verlaten of tot hij ervan overtuigd is dat die hen niet zal brengen waar hij wil.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten