Waartegen weer ik mij?
Het weer in mijn kleren
die van de wasdraad waaien,
vogels achterna
als pagaaivleugels, wolkenslieren,
nefast blauw
behalve de oude onderbroek
vol
vlekken,
getuige van een warrig liefdesleven.
Against
what I defense myself?
The
putrefy in my clothes
blowing
from the line,
run
after birds
like
paddle-wings, cloud-streaks,
pernicious
blue
except
the old underpants
full
of stains,
witness
of a confused love life.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten