Those secrets behind the horizon
which reveal as soon as he reaches them, while there are every time again new
ones to discover. Is it a chimaera, or is it the challenge which drives him
from home?
At the top he suddenly stops. In
the distance whirls a smoke trail. Not wide like from a wood fire but narrow
and thin as from a chimney.
Filled with excitement he studies
the map which tells him nothing because the area is outside his paper guide. He
will have to go to find the reason.
He sits down on a big rock to
overlook the small valley which becomes wider in the far distance. At least it
seems that the parallel ridges bow back to make room for a wide and green
luring dell, but the way is maybe a days walk without any information about the
terrain. He studies it as far as he has it on paper and what he sees isn’t
attractive. It looks like if it is even more impenetrable and impassable as it
was up till now and the question is if the smoke will still be there when they
get in. On the other side: if he trusts on the paper trail it can take days to
reach civilization. He considers the possibilities and studies the waterways on
the route which don’t look more promising then the ones they found and that deceives.
Perhaps they find water in the unknown and if the smoke comes from people, and
who else fabricates such thin plumes, there must be a path or route.
With a lively feeling he goes
downhill, as much as possible diagonal because the vegetation here looks more
promising then it does down there. It appears to be the hell. Even the dogs
have trouble to climb and pass the fallen rocks sandwiched by thorny bushes.
Still they manage better because he has to emerge his rucksacks by every inch
from the greedy branches.
Het geheim achter de horizon dat geen geheim meer is zodra hij het ontdekt
en er toch een nieuw wacht achter elke volgende einder. Is het een hersenschim,
vraagt hij zich af, of is het de uitdaging die hem telkens uit huis drijft?
Op de top blijft hij plotseling staan. In de verte kringelt rook. Niet
breed als van een houtvuur maar smal en dun alsof het uit een schoorsteen komt.
Opgewonden bestudeert hij de kaart die hem niets vertelt omdat het gebied
erbuiten valt. Hij zal erheen moeten om de oorsprong te achterhalen.
Hij gaat zuchtend op een grote steen zitten en kijkt over het smalle dal
dat heel in de verte breder wordt. Het lijkt tenminste of de evenwijdig lopende
bergkammen terugbuigen om plaats te maken voor een breed en groen lokkende
vallei maar de afstand is misschien wel een dag lopen zonder dat hij weet welk
terrein hen wacht.
Hij bestudeert wat voor hen ligt voor zover hij dat op papier ter
beschikking heeft en wat hij daaruit opmaakt is niet aanlokkelijk.
Het lijkt net zo ondoordringbaar en onbegaanbaar als tot hiertoe en het is
de vraag of de rook er nog is wanneer hij tot daar is doorgedrongen. Maar aan
de andere kant: als hij op het papieren pad vertrouwt kan het dagen duren
voordat ze de bewoonde wereld bereiken.
Hij overweegt de mogelijkheden en bekijkt de waterlopen onderweg die er
niet meer belovend uitzien dan die ze tegenkwamen en dat geeft de doorslag.
Wellicht vinden ze water in het niet in kaart gebrachte deel en als de rook van
mensen komt, en wie anders fabriceert zulke dunne pluimen, moet er een pad of
weg zijn.
Opgewekt daalt hij van de helling, zoveel mogelijk diagonaal omdat de
vegetatie hier dunner lijkt dan beneden.
Het blijkt de hel. Zelfs de honden hebben moeite over de gevallen
rotsblokken te klauteren ingeklemd door doornig struikgewas, maar het lukt hen
beter omdat hij bij elke overwonnen meter zijn bepakking moet ontworstelen aan
de graaiende struiken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten