donderdag 24 mei 2012

WANDERBACH page 19 (chapter 3)


The old Perlwachter rises overhead with his more then seven foot but spread his arms in a gesture of surrender while he watches both dogs carefully. Tork lowers the threatening stick but keeps his hand on the knife. The inexplicable situation is weird enough to be alarming. In the middle of a silent and lifeless Garden of Eden suddenly rises an elderly out of nothing. He didn’t come over or around one of the hills but suddenly appeared. However Tork watched the spot he didn’t see the gray-haired approaching, like he materialized from nothing.
The old, in spite of his imposing length, looks far above a hundred but emits a no denying strength whitch makes Tork cautious, even more thanks to the worrying behavior of the dogs who know normally.
- ‘Welcome’; Perlwachter repeats softly.
- ‘You know my name!’
It is impossible for Tork to repress the hostile sound in his voice.
- ‘Indeed’; the old man smiles. ‘Your name is known. You were expected.’
Surprised Tork releases the knife.
The dogs yelp softly, don’t threaten anymore but stay alert, ready to interfere.
The gray-haired knows.
- ‘Can you leash your dogs so we can talk with each other in all peace?’
Tork nods. As long as he doesn’t know what Methuselah has in mind it doesn’t seem advisable to restrict their freedom.
- ‘You don’t trust.’ 

      3
De oude Perlwachter torent met ruim twee meter ver boven hen uit maar spreidt de armen in een gebaar van overgave terwijl hij beide honden waakzaam in het oog houdt.
Tork laat de dreigende stok zakken maar houdt de hand op het mes. De onverklaarbare situatie is vreemd genoeg om alarmerend te zijn. Midden in de stille en van leven verstoken Tuin van Eden rijst plotseling en vanuit het niets een ouderling op. Hij kwam niet over of rond een heuvel maar was er ineens. Hoewel Tork naar de plek keek zag hij de grijsaard niet naderen, alsof hij materialiseerde uit niets.
De oude, die ondanks zijn imponerende lengte, ver boven de honderd lijkt, straalt een niet te ontkennen kracht uit die Tork behoedzaam maakt, nog versterkt door het verontrustend gedrag van de honden die het doorgaans wel weten.
- ‘Welkom’; herhaalt Perlwachter zacht.
- ‘U kent mijn naam!’
Het is Tork onmogelijk de vijandige klank uit zijn stem te weren.
- ‘Inderdaad’; glimlacht de oude. ‘Uw naam is bekend. U werd verwacht.’
Van verbazing laat Tork het mes los.
De honden janken zacht, dreigen niet meer maar blijven waakzaam, klaar om in te grijpen.
De grijsaard voelt het.
- ‘Kunt u uw honden vastmaken zodat wij in alle rust met elkaar kunnen spreken?’
Tork schudt ontkennend. Zolang hij niet weet wat Methusalem van plan is lijkt het niet raadzaam hun vrijheid te beperken.
- ‘U vertrouwt het niet.’ 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten