zaterdag 23 maart 2019

Epos over de mens XCVI


Klimaat is plots zo hot dat menigeen er zijn vingers aan brandt.
Ministers blijven thuis; zij had zichzelf aangerand
door van de kansel te prediken dat klimaat eigenlijk niet bestaat,
niet meer dan een verzinsel voor kinderen in de straat
die zich druk maken omdat ouderen dat zeggen
terwijl ze zelf eigenlijk helemaal niks hebben uit te leggen,
maar het klimaat gaat wel degelijk met ons op de loop,
daar hebben wij voor gezorgd; we hebben het gesloopt
met vooral liberale motieven van welvaart en voorspoed
en helpen daarmee onze wereld om zeep, voorgoed
omdat we de consumptieve groei hebzuchtig hebben opgejaagd;
elk jaar een nieuwe phone, kleerkasten vol ongedragen,
geintjes in steeds meer plastic en ons vervoer ongeslagen
als het om het individuele gaat, want openbaar is voor het plebs,
de plebejer die zich geen gesjoemelde diesel kan veroorloven,
het moet allemaal individueel wat je hebt,
want delen, dat kan ik niet beloven.
Het moet voor mijn deur staan, nondedju en godverdomme, 
liefst nog een eigen vliegmasjien, het kan niet domme;
naar de klote ga ik toch, en de rest… och…
wat kan mij het allemaal verdommen!

Onze groei groeit onze wereld naar de klote,
is wat niemand mengt in het debat,
je hoort uitstoot, CO2 en methaan zat,
plastic, isoleren, vervuiling moet worden afgesloten,
maar waar het werkelijk om gaat,
de neoliberale mantra: ‘groei, groei, groei’,
wat in feite een pleidooi voor hebzucht is,
dat wordt nooit genoemd, want er is geen staat
die graag failliet wil gaan, of het ‘foei’ van het kapitaal wil horen.
Liever laten wij ons massaal ongenadig in de afgrond boren!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten