woensdag 16 januari 2019

Epos over de mens XXX


Wij zijn bezorgd maar wat doe je eraan
om te voorkomen dat we naar de klote gaan?
Ik ben al klootjesvolk geweest,
daarna dominee of pastoor;
het maakte allemaal niet uit, want de anderen vierden feest,
bij hen vond ik geen gehoor;
zij bleven in de roes van niet gebeuren:
het kan niet dat het zo zal gaan
omdat wij altijd zijn geweest, er is geen andere manier van leven
dan alles te geven wat we hebben
aan het beest van almaar meer
dat almaar minder laat,
is nu eenmaal hoe het gaat.
Zo was het toen, is het nu en zal de toekomst zijn!

Het feest van copulatie en corpulentie werd gevierd
tijdens De Sade’s braspartij op het altaar van ’s namiddags 
in het oerdomein van gelukzalige momenten
ging de pot met honing rond,
de lepel tot het heft verzwolgen
kende verder geen gevolgen dan het besef
dat diegenen zonder lef de prijs betaalden
voor het gelag dat lachend werd verorberd.
Veegden de smoelen hun doekje af
aan de broek van wie naast hen zat,
besmeurden ze elkander of de ander
met het doekje voor het bloeden in handen.
Grimmig, alle tanden bloot, mannen zowel vrouwen
vouwen de benen onder zich, prevelen hun dank
hoogmoedig huichelen zij elkaar,
negeren het gevaar dat langzaam nader sloop,
sloopte het de hoop van wie achter was gebleven,
eenzaam en alleen was niets te geven of te nemen,
te laten desnoods tijdens de geboorte van de dood.

1 opmerking:

  1. Eenzaam en alleen was niets te geven of te nemen...

    Kan het, mag het?
    > https://tibaert.com/2019/01/16/60291/

    BeantwoordenVerwijderen