maandag 28 januari 2019

Epos over de mens XLIII



Fluks vlotte het niet. Wat vind je zelf?
Het ging best wel traag, nietwaar?
Als een slak in zevenveertigelf…
Dat reukwater? Nee joh, geen gevaar
in de straat met hoge nummers
maken wij er nog wel een nummertje bij,
keren zo het getij in eau de cologne
dat zo zeer naar Keulen ruikt,
maar dan wel met een Frans geurtje,
wat ik je brom. Kijk niet zo dom
naar dat lullige deurtje. Treedt binnen
in mijn alkoof en leg u neder
in het stof mijns aanschijns
en wring uzelf in bochten
tegen het tochten van uw spleet,
al moet ik zeggen dat het mij speet
u niet in levende lijven aan te treffen
zodat ik u zou kunnen beffen
nog voordat ik naar Cologne reed.

Pastoor Huppelkut’s  meid is werkelijk een trut;
dat geloof je niet, zoals zij eruit ziet
zonder snor of baard, is geen gezicht
voor zo’n jong wicht dat voor zo’n oud pastoortje is gezwicht,
veegt ze op haar knieën de vloer met hem aan,
is vervolgens naar zolder gegaan om hem te verhangen
aan de hanenbalk. Dat tekent werkelijk haar verlangen
om hem zo snel mogelijk naar de hemel te laten gaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten