zaterdag 12 januari 2019

Epos over de mens XXVI


In den beginne was er niets, zelfs geen zwart; niets
is onvoorstelbaar, ook geen leegte; dan… Pang! De Big Bang;
oerknal knalde het niets in brokken en stukken, vulde de leegte,
klonterde samen tot planeten waarvan de onze, groen en blauw,
leven bevatte op de duur, klein tevoorschijn kroop,
kolossaal werd en verging om plaats te maken voor nieuw
dat ons werd als vijfde poging; vergaan wij ook? Door eigen hand?
Vraag ik mij en staar in het niets, naar iets, onszelf misschien
of naar wat wij hebben geschapen, blaten de producten ons aan
vanuit elke etalage, vanaf elk scherm knalt het in onze ogen
waar het onze hebzucht scherpt en nog meer kopen,
hollen wij de grond onder onze voeten waarop wij staan,
waarin dromen voor eeuwig verzakken,
verzinken wij in leegte door onszelf ontstaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten