The duchess enjoys the jealous looks while she
dances with the host as if she owns him and rubs her soft body against his. Tork sighs because he knows what follows. After the dance, during which she leaves her fragrance
brand like a cat to have other ladies think twice, she lets him free and will
reclaim him only as soon as she wants to return to her suite. Not that they
have an affair, even if most guests are convinced of it in the mean time.
After the dance he takes leave with a short
curtsy. She smiles complaisant. Except some platitudes
they didn’t speak. Not more then a
small affliction to let his past friend rest in peace and the duchess knows, but
it seems that she plays her roll with even more vivacity just because of that.
After the opening dance the floor becomes
crowded. The orchestra is relieved and up tempos. Tork watches amused. Hopefully
he doesn’t have to dance anymore tonight but mostly his freedom is confined; and
yet this is better then making the journey alone, he thinks when a firm lady
with red apple cheeks gives notice. She is the wife of the governor, the governess
like she calls herself jocular. Tork is fond of her, this woman of the
countryside that never denies her origin, why the duchess calls her “that up
cased farmers bitch”.
He offers his arm cheerful but the woman shakes
her head. ‘I’m not begging for a dance’, she conspiratorially whispers. ‘I want
to protect you. You don’t like dancing, isn’t it?’
- ‘Not like is too much. The obligation disturbs
me. It’s all so little spontaneous and according to protocol. That I don’t like.
In fact I’m just an ordinary guy yet this ship is mine. You will understand. We
don’t differ that much.’ The woman smiles.
- ‘You are a strange chap, Tork. Do you really
have an affair with the duchess?’
Na
de dans neemt hij met een lichte buiging afscheid. Ze glimlacht minzaam.
Behalve wat gemeenplaatsen wisselden ze geen woord. Niet meer dan een lichte
beproeving om zijn overleden vriend in vrede te laten rusten en de hertogin
weet, maar het lijkt of ze haar rol juist daarom met nog meer verve speelt.
Na
de openingsdans stroomt de vloer vol. Het orkest herademt en verhoogt het
tempo. Tork kijkt geamuseerd toe. Hopelijk hoeft hij vanavond niet meer te
dansen maar meestal duurt de vrijheid niet lang. En toch is het beter dan
alleen de overtocht maken, denkt hij nog, wanneer een struise dame met rode
appelwangen zich aandient. Ze is de vrouw van de gouverneur, de gouvernante
zoals ze zelf guitig zegt. Tork mag haar wel, deze vrouw van het boeren platteland
die haar afkomst nooit verloochent, waarom de hertogin haar “die omhoog
gevallen boerentrut” noemt.
Hij
biedt joviaal een arm maar de vrouw schudt haar hoofd. ‘Ik kom niet om een dans
bedelen’, fluistert ze samenzweerderig. ‘Ik wil u juist behoeden. U houdt
eigenlijk niet van dansen, nietwaar?’
-
‘Och, niet van houden is wat veel. De verplichting stoort mij. Het is allemaal
weinig spontaan en volgens protocol. Daar hou ik niet van. Eigenlijk ben ik
maar een gewone jongen al is dit schip van mij. U begrijpt dat wel. Wij
verschillen niet zoveel.’ De vrouw glimlacht.
-
‘U bent een vreemde snuiter, Tork. Heeft u werkelijk een affaire met de
hertogin?’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten