Tork calculates
his chances and observes a robust young stallion, the fierce leader of a small
herd. The animal seems fast which is exactly what he needs.
Without
thinking he runs towards the meadow, opens the gate and walks towards the horse
to which he talks reassuring from a distance. The stallion stares curious,
allows that he fondles the velvet nose and Tork grabs the mane, slings in one
go on the unsaddled back. The stallion needs hardly stimulation, ramps and
trots towards freedom, followed by its herd. Barg keeps distance, afraid of the
pulverizing hoofs, but Tork doesn’t mind the dog that can take care of itself
very well. Barg follows wherever he goes.
The farmers
stand motionless, stare with open mouth at the unexpected. In stead of one man
and one dog confronted with a herd rushing horses and what Tork hoped for
happens: the farmers give in. They can’t do anything if they don’t want to
wound their own animals. Protected by the herd he passes storming while the dog
follows in a vast arch. Tork looks
over his shoulder. The men spurt confused to all sides, run towards a
next meadow and start the chase.
The vantage is
not big but the stallion is fast and the unsaddled herd follows with ease. His
fear is to be overhauled or that in a distance more farmers will wait. One and
a half day by foot: horses will cover that distance in less than half. It’s just
a matter of keeping up the speed.
Strange enough
they aren’t blocked a second time. There are people in the fields, bended backs,
that don’t even look up when they pass. The chasers don’t come nearer, the
distance stays the same, but what Tork alarms is that the farmers obstinate
keep following, even past the empires border.
Tork schat zijn kansen en observeert een stevig
gebouwde jonge hengst, de statige leider van een kleine kudde. Het dier lijkt
snel en dat is precies wat hij nodig heeft.
Zonder bedenken rent hij naar de wei, rukt de
sluitboom open en loopt naar het paard dat hij al van op afstand geruststellend
toespreekt. De hengst kijkt nieuwsgierig, laat zich over de fluwelen neus aaien
en Tork grijpt de manen, slingert in één beweging op de ongezadelde rug. De
hengst heeft nauwelijks aansporing nodig, steigert en draaft de vrijheid
tegemoet, achtervolgd door zijn kudde. Barg houdt afstand, beducht voor de
malende hoeven, maar Tork bekommert zich niet om de hond die heel goed voor
zichzelf kan zorgen. Barg volgt, waar hij ook gaat.
De boeren staan roerloos, staren met open mond
naar het onverwachte. In plaats van één man en één hond geconfronteerd met een
kudde aanstormende paarden en waar Tork op hoopte gebeurt: de boeren wijken. Ze
kunnen niets doen als ze hun eigen dieren niet willen verwonden. Beschermd door
de kudde stormt hij voorbij terwijl de hond in een wijde boog passeert. Tork
kijkt achterom. De mannen stuiven wanordelijk dooreen, rennen naar een ander
weiland en zetten de achtervolging in.
De voorsprong is niet groot maar de hengst is snel
en de onbereden kudde volgt met gemak. Zijn angst is te worden ingehaald of
verderop op nog meer boeren te stuiten. Anderhalve dag te voet. Paarden zullen
die afstand in minder dan de helft afleggen. Het is alleen de vraag of ze het
tempo volhouden.
Vreemd genoeg worden ze geen tweede keer
tegengehouden. Er zijn mensen op de velden, met kromme ruggen voorover, die
zelfs niet opkijken wanneer zij passeren. De achtervolgers lopen niet in, de
afstand blijft hetzelfde, maar wat Tork verontrust is dat de boeren hardnekkig
blijven volgen, zelfs voorbij de rijksgrens.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten