woensdag 17 oktober 2012

WANDERBACH page 147


Tork calculates his chances and observes a robust young stallion, the fierce leader of a small herd. The animal seems fast which is exactly what he needs.
Without thinking he runs towards the meadow, opens the gate and walks towards the horse to which he talks reassuring from a distance. The stallion stares curious, allows that he fondles the velvet nose and Tork grabs the mane, slings in one go on the unsaddled back. The stallion needs hardly stimulation, ramps and trots towards freedom, followed by its herd. Barg keeps distance, afraid of the pulverizing hoofs, but Tork doesn’t mind the dog that can take care of itself very well. Barg follows wherever he goes.
The farmers stand motionless, stare with open mouth at the unexpected. In stead of one man and one dog confronted with a herd rushing horses and what Tork hoped for happens: the farmers give in. They can’t do anything if they don’t want to wound their own animals. Protected by the herd he passes storming while the dog follows in a vast arch. Tork looks over his shoulder. The men spurt confused to all sides, run towards a next meadow and start the chase.
The vantage is not big but the stallion is fast and the unsaddled herd follows with ease. His fear is to be overhauled or that in a distance more farmers will wait. One and a half day by foot: horses will cover that distance in less than half. It’s just a matter of keeping up the speed.
Strange enough they aren’t blocked a second time. There are people in the fields, bended backs, that don’t even look up when they pass. The chasers don’t come nearer, the distance stays the same, but what Tork alarms is that the farmers obstinate keep following, even past the empires border. 

Tork schat zijn kansen en observeert een stevig gebouwde jonge hengst, de statige leider van een kleine kudde. Het dier lijkt snel en dat is precies wat hij nodig heeft.
Zonder bedenken rent hij naar de wei, rukt de sluitboom open en loopt naar het paard dat hij al van op afstand geruststellend toespreekt. De hengst kijkt nieuwsgierig, laat zich over de fluwelen neus aaien en Tork grijpt de manen, slingert in één beweging op de ongezadelde rug. De hengst heeft nauwelijks aansporing nodig, steigert en draaft de vrijheid tegemoet, achtervolgd door zijn kudde. Barg houdt afstand, beducht voor de malende hoeven, maar Tork bekommert zich niet om de hond die heel goed voor zichzelf kan zorgen. Barg volgt, waar hij ook gaat.
De boeren staan roerloos, staren met open mond naar het onverwachte. In plaats van één man en één hond geconfronteerd met een kudde aanstormende paarden en waar Tork op hoopte gebeurt: de boeren wijken. Ze kunnen niets doen als ze hun eigen dieren niet willen verwonden. Beschermd door de kudde stormt hij voorbij terwijl de hond in een wijde boog passeert. Tork kijkt achterom. De mannen stuiven wanordelijk dooreen, rennen naar een ander weiland en zetten de achtervolging in.
De voorsprong is niet groot maar de hengst is snel en de onbereden kudde volgt met gemak. Zijn angst is te worden ingehaald of verderop op nog meer boeren te stuiten. Anderhalve dag te voet. Paarden zullen die afstand in minder dan de helft afleggen. Het is alleen de vraag of ze het tempo volhouden.
Vreemd genoeg worden ze geen tweede keer tegengehouden. Er zijn mensen op de velden, met kromme ruggen voorover, die zelfs niet opkijken wanneer zij passeren. De achtervolgers lopen niet in, de afstand blijft hetzelfde, maar wat Tork verontrust is dat de boeren hardnekkig blijven volgen, zelfs voorbij de rijksgrens. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten