Barg can take
more but Tork feels his lightly swollen, thirsty sticking tongue against the palate.
Then suddenly ... straight ahead, a green smudge and the smudge becomes a wave and
from that wave crystallize forms, thick like arms with round ends. Shouting for
happiness he runs the last couple of yards towards the cactus wood in which red
ripe figs glitter. Without paying attention to the thorns he pulls one loose, breaks
the fruit open and gives half of it to the dog that chews the sticky flesh with
repulsion. Tork gorges, absorbs and in the mean time picks a second one to
divide. He only stops after he feels full and tensed, decides then to rest here
in order to be able to eat once more before they challenge the dessert again. Besides
he collects as many fruits as fit in his shirt that he ties to the branch; enough
to survive at least two more days.
Before they run
out of food they reach the sea; as well the dessert as the path end at the edge
of an azure pond which stretches till behind the horizon. Tork falls down in the sand. How did
Perlwachter imagine that they would take this obstacle? Too far to swim! The surf
splashes calmly ashore. Water withdraws and comes back; shells in the sand; the
beach of a loch, perhaps an ocean. How big it is he only can guess. Thinking he
chews his part of a cactus fig while Barg, in the mean time used to the unworthy
food, snarls playful towards the thrown fruit. The water is as salt as it seems
and undrinkable. Further, higher on the shore a green strip where rigid grass and
spherical lily-like plants grow of which the bulbs can be used even if it
tastes salt.
Barg kan er beter tegen maar Tork voelt zijn licht
gezwollen, dorstig tegen het verhemelte plakkende tong. En dan plotseling ... recht
vooruit, een groene veeg en de veeg wordt golf en uit de golf kristalliseren
vormen, dik als armen met ronde toppen. Schreeuwend van blijdschap rent hij de
laatste meters naar het cactusbos waarin roodrijpe vijgen glanzen. Zonder zich
iets van doorns aan te trekken rukt hij er een los, breekt de vrucht open en
geeft de helft aan de hond die met tegenzin het plakkerige vlees kauwt. Tork
schrokt, slurpt en breekt ondertussen een tweede af om opnieuw te verdelen. Hij
stopt pas nadat hij zich vol en gespannen voelt, besluit dan hier te rusten
zodat ze nog een keer kunnen eten voordat ze opnieuw de woestijn intrekken.
Bovendien verzamelt hij zoveel vruchten als in zijn shirt passen dat hij bijeen
geknoopt aan de tak bindt. Genoeg om het nog tenminste twee dagen vol te
houden.
Voordat hun proviand opraakt bereiken ze de zee.
Zowel de woestijn als het pad eindigen aan de rand van een azuurblauwe plas welke
zich tot voorbij de horizon uitstrekt. Tork laat zich in het zand vallen. Hoe dacht
Perlwachter dat zij deze hindernis zouden nemen? Te ver om te zwemmen. De
branding klotst kalm op de oever. Water trekt terug en komt weer op. Schelpen
in het zand. Het strand van een binnenzee, wellicht een oceaan. Hoe groot ze is
kan hij alleen maar raden. In gedachten kauwt hij zijn deel van een cactusvijg
terwijl Barg, inmiddels gewend aan het onwaardige voedsel, speels tegen het
toegeworpen vruchtvlees grauwt. Het water is zo zout als het lijkt en
ondrinkbaar. Verderop, hoger op de oever een groene strook waar stug gras en
bolvormige lelieachtige planten groeien waarvan de knollen bruikbaar zijn al
smaken ze zilt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten