Dwergvrouw lachte toen ik haar vroeg of ik mocht zien wat de dwergen in het atelier deden. “Zeker, maar ik waarschuw je. Je zult er weinig aan hebben, je waarschijnlijk snel vervelen want er valt niets te zien.”
Verbaasd volgde ik haar langs de werkplaatsen waar dwergen druk bezig waren, kleine machientjes af en aan reden met… niets!
Ik zag niets, bewegende handen, geconcentreerde blikken die ons zelfs niet leken op te merken wanneer wij passeerden. Waarop was hun concentratie gericht, waar waren die handen mee bezig?
Ik keek Dwergvrouwtje aan, vervolgens Legolas die stil voor zich heen glimlachte. “Negatieve materie”, sprak hij zacht. “Jij maar ook wij kunnen niets zien omdat onze ogen het niet kunnen waarnemen en er dus geen vertaalslag volgt naar de hersenen.”
“En zij dan?” Ik wees naar de bezige dwergen.
“Ook niet, maar zij weten waarmee ze bezig zijn, weten dat het er is waarom ze ermee kunnen werken.”
Ik grijnsde ongelovig. “Dat kan toch niet? Je kunt toch geen schroefje indraaien als je niet weet waar het oogje zit?”
“Zo is het ook niet. Negatieve materie laat zich gemakkelijk manipuleren, je moet natuurlijk wel weten wat je ermee doet en deze dwergen zijn hoogwaardige specialisten. Het bewijs heb je gezien: de pulsars die ons waarschuwden toen de trollen op komst waren. Ze zijn niet waarneembaar maar functioneren prima. Daar is een reden voor. Niet zozeer esthetisch maar toch om zo min mogelijk te wegen op de omgeving. Alles dat een denkend volk toevoegt wordt als het ware afgevoegd van de oorspronkelijke en dus de natuurlijke staat. Daarom is het zaak het toevoegen tot een absoluut minimum te beperken als je tenminste niet wilt dat je je wereld aantast, verandert en uiteindelijk om zeep helpt. Daarom boetseren wij uit negatieve materie daar waar we dat kunnen. Het heeft geen impact op de omgeving omdat het er volgens die omgeving niet is terwijl het toch functioneert waarvoor het is bedoeld.”
“Alweer een les”, zuchtte ik.
Dwergvrouw knikte. “Het veranderen van materie heeft een grote impact op je leefwereld. Je moet ervoor in de grond graven, steen hakken, bossen kappen… met alle gevolgen voor wat daar leeft. In het begin merk je daar niet veel van maar zoveel rigoureuzer je te werk gaat zoveel dramatischer wordt de weerslag op jezelf alsof je de tak afzaagt waarop je zit: uiteindelijk val je te pletter.”
“Met negatieve materie die tenslotte het tegenovergestelde van positieve materie is, bereik je het omgekeerde”, vulde Legolas aan. “Het verrijkt de omgeving waarin je leeft omdat je het gebruikt als aanvulling op structuren die scheefgroei vertonen zoals de conditie tussen elfen en trollen. Zonder die aanvullingen was een van beide soorten noodzakelijkerwijs allang verdwenen. Misschien wel allebei als gevolg van een uitputtingsslag tussen de volken. Dat is voorkomen met behulp van negatieve materie zoals je zelf hebt kunnen ervaren. De toepassingen zijn natuurlijk veel meer dan dat en komt ook niet alleen ons direct ten goede. In de meeste gevallen ontwikkelen wij ten gunste van het totaal van onze wereld, om meer stabiliteit te creëren voor alles wat in deze wereld leeft.”
“Zou het een oplossing voor de mensheid kunnen zijn?” vroeg ik gespannen.
Dwergvrouwtje schudde haar hoofd. “Niet zolang de mens alles waarmee het omgaat commercialiseert. Negatieve materie zou juist een groot gevaar betekenen omdat het onmiddellijk gebruikt zou worden voor ondermijnende doeleinden. Stel je een arsenaal voor waarvan je je niet eens bewust bent dat het er is tot het in je gezicht ontploft. De mensheid zou heel snel een stille dood sterven of met een enorme knal worden weggevaagd. Bovendien is de uitputting van jullie positieve materie al zo ver gevorderd dat er aan de omgezette negatieve kant evenredig weinig overblijft. Om recht te breien wat allemaal is scheef getrokken zullen jullie echt je instelling moeten veranderen en met name hebzucht aan banden moeten leggen. Dat kan maar op een manier: bezit terugbrengen waar het hoort; bij het algemeen!”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten