woensdag 12 april 2017

a new poem in dutch, translated in english

Ik zag het boswitje
fladderde voor mij uit en krioelde opnieuw tot rups
banden reden paden tot gort en ploegden akkers
tot moes boeren en savooien
stonden er nog spruiten als laatste winterrest
van het voorjaar

Gelukkig, de zon schijnt
stralen over de velden schaduwen in de heuvels
draalt het weldra achter wolken
flarden die het water grijzen het groen verbleken
en donker naar zwart doen tinten

Het maalt niet
de molen staat stil in de bries
fluit langs mijn oren en hoort
boort zich tussen bomen en struiken
in het lichte avondrood van een vroege morgen

Dag pauwoog met je vleugels van parelmoer
je veren glanzen als albast
kraste de kraai jaloers en viel de havik aan
om zijn kuikens te beschermen
tegen het geweld dat overal waart
maar niet waard is om te vellen


I saw the wood white 
fluttered in front of me and swarmed back to caterpillar
tires drove paths into gunk and plowed fields
to tracks of Kale and Savoy 
still filled with Sprouts as a last Winter remnant
of Spring

Fortunately, the Sun shines 
rays over the fields shadows in the hills 
hesitating soon behind clouds 
patches will water turn to grey pale the Green 
and darken it into black shades

It  doesn’t grind 
the mill stands still in the breeze 
flutes along my ears and listen 
drills between trees and shrubs 
in the bright evening red of an early morning

Peacock with your wings of Pearl 
your feathers gleam like Alabaster 
croaked the jealous Crow and attacked the Hawk 
to protect his chicks 
against the violence that goes around everywhere 
not worthy to judge






Geen opmerkingen:

Een reactie posten