zaterdag 22 april 2017

Merlijn - de aanval

Het kwam niet onverwacht. Technisch en wetenschappelijk zijn elfen zeker zo gesofisticeerd als de mens, alleen gebruiken zij hun kennis niet offensief. Hun vindingen waren pragmatisch en dienden vooral als hulp in het dagelijks bestaan. Het systeem dat de op handen zijnde aanval verried was weliswaar puur voor hun defensie, maar met hun kennis hadden ze zeker iets kunnen construeren dat de trollen voorgoed uit hun wereld zou vagen, maar zo dachten elfen niet. Het kwam zelfs niet bij hen op om in die richting te denken en dit had niets met religie of een andere levensbeschouwing te maken. Ze waren niet met geweld geëvolueerd en het stond daarom ver van hun manier van denken. Dat ze daarom niet weerloos waren zou ik snel ervaren, integendeel: ik ken geen leefwereld die zo goed in staat is in het afwenden van catastrofes.
Iedere elf droeg een armband die regelmatig oplichtte in allerlei kleuren, en ik had me nog niet afgevraagd waarvoor die dingen dienden, ging er eigenlijk vanuit dat het sieraden waren, maar toen die avond elke band vuilgeel begon te knipperen sprongen de elfen op en grepen naar hun bogen. Ook ik kreeg een boog met pijlen in de hand gedrukt en zag Legolas eerst afwijzend kijken om vervolgens met een knikje te kennen te geven dat hij mij het voordeel van de twijfel gaf.
Ik volgde de hollende elfen naar de rand van het dorp waar een barricade van gevlochten staal uit de grond was verrezen. Voor mij, aan de rand van het bos, zag ik mijn eerste trollen in gedrongen slagorde speurden ze naar de verdediging die nog op honderden meters voor hen oprees.
Het was een systeem van pulsars dat de elfen had gewaarschuwd, microscopisch kleine zwevende deeltjes die de hele omgeving van het dorp bestreken en verraadden wat er in de periferie gebeurde zonder dat ook maar een elf op wacht hoefde te staan. De kleur van de armband gaf aan wat er bewoog, en het was wel duidelijk dat vuilgeel de hoogste staat van alarm bracht.
De elfen wachtten af terwijl de trollen naar voren drongen, en al had de verdediging de eerste aanvalslijn gemakkelijk kunnen uitschakelen, de bogen rustten tot overrompeling bijna onafwendbaar was. Toen zoefde de eerste lading pijlen en velde de voorste linie onmiddellijk en totaal, maar de trollen waren talrijk, met veel meer dan er verdedigende elfen waren. Ze drongen steeds verder tot voor de barricade toen er een aantal in de spits aarzelden. Ze hadden Merlijn opgemerkt die met gestrekte armen naar hen wees en pulsen zond die de trollen in verwarring brachten. Het was duidelijk dat ze geen rekening met zijn aanwezigheid hadden gehouden, maar de aarzeling was van korte duur. In vaste slagorde rukten ze opnieuw op en bereikten de rechter verdedigingsflank waar een groep trollen een elf te pakken kreeg en aan stukken reet alsof een kind kwaad was op zijn pop.
Ik dacht dat we overrompeld zouden worden. De trollen grepen nog enkele elfen terwijl die met ware doodsverachting bleven doorschieten tot hun ledematen werden afgerukt.
Ik keek omhoog, opgeschrikt door gezoem als van miljoenen bijen. Boven ons zwermden honderden skateboards. Ik kan ze niet anders noemen. Een soort metalen planken die op de luchtlagen zeilden, met op elke plank een elf die ondanks het onstabiele platform trefzeker in de meute trollen schoot.
Pas later werd mij duidelijk dat met het afgaan van het alarm alle naburige dorpen werden gewaarschuwd die onmiddellijk en zonder bedenken de bedreigden te hulp schoten.

De trollen kenden het spel. Zodra de versterkingen boven hun hoofden verschenen draaiden zij zich om en bliezen de aftocht, waarop de elfen meteen het vuren staakten. Ik was een mens en schoot een laatste pijl in een brede trollenrug, maar de blik van Adolana maakte zelfs dat ik mij verontschuldigde voor mijn laffe daad. De vijand was weerloos op dat moment, vormde geen bedreiging meer en wraak voor hun dode kameraden stond nu eenmaal niet in het elfenwoordenboek, waarom mijn daad in hun ogen onvergeeflijk was. Maar ik was zo’n achterlijke uit de mensenwereld. Die waren nu eenmaal niet wijzer. Het hoorde bij mijn leerproces, zo werd gedacht, want misschien, heel misschien had ik toch te weinig trollenbloed om werkelijk verloren te zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten