dinsdag 26 februari 2019

Epos over de mens LXXI



Het dobberde en oogde naar perfectie.
Dat dacht hij toen hij het zag
met haar wie zich erop in evenwicht hield.
Ze wilde niet vallen, haar bikini natten
die beslist zou tonen van het zware water.
Ze wilde wel lonken, begeren of flirten,
maar zonder zich bloot te geven.

Voorbij het zwembad
waar de blote meisjes zonnen,
schuilt de tuinman onder de hibiscus
en steekt zijn ogen uit.

‘Vreselijk toch’, stootte zij hem aan,
porde met een elleboog zijn ribbenkast tot gruis.
Hij verblikte niet, wel bloosde hij,
terwijl hij hinkelkruipend naar veiligheid zocht
en vond onder haar wijd uitslaande rokken.

Meer van hetzelfde doofde de ontelbare sigaret
op de rand van de vensterbank
terwijl hij keek hoe zij zich uitkleedde.
Haar blik gekluisterd aan de hand die zijn kruis krabt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten