zondag 17 februari 2019

Epos over de mens LXII



Wij hebben onze folklore verloren menen velen,
terug naar wat was om het op te rapen
terwijl al wie anders is van op afstand staat te gapen
naar hoe wij wat was in ere zullen herstellen,
die ander wel zullen vertellen hoe het hier ooit is geweest
voordat zij kwamen, ons afnamen wat van ons was
want het geeft toch geen pas al dat veranderen,
bovendien gaat het veel te vlug en verrekte snel,
het wordt werkelijk tijd om de alarmbel te luiden
zodat zij terugkeren naar het zuiden waar zij vandaan zijn gekomen
waarna ze hier alles hebben genomen, zoals veiligheid
en zwarte piet, of werk en mijn dulle griet,
het is toch om te ploffen dat die nieuwkomers zo boffen
met het geld dat wij hen uit doen keren
en gratis woonruimte die zij vervolgens ruïneren.
Het is verdomme godsgeklaag dat zij ons laag voor laag
het vel aftrekken en dat wij mogen verrekken  
want het was hier zo goed toeven voordat zij kwamen.
Zij zouden zich moeten schamen om zo te profiteren.
Wij zullen hen wel mores leren en terugpakken wat van ons was
zoals onze eigen kerken en onze eigen zerken,
de prelaten die het niet konden laten met hun fikken
onze kinderen af te likken en niet te vergeten
de modder die wij, bij gebrek aan de ander, naar elkaar toe smeten.

Oh, en apropos, dat zuiden is wel goed om naartoe te reizen,
voor de zon en zo en omdat het anders is, al kunnen de prijzen
om er te zijn en te komen, wel wat minder, als zij tenminste willen
dat wij blijven komen, maar laat hen in hemelsnaam daar blijven
met hun donkere lijven die wij een keer per jaar zullen dulden,
rond 5 december wanneer wij treuren om onze verloren gulden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten