donderdag 21 februari 2019

Epos over de mens LXVI



Bijzonder genoeg werkte hij zich dood,
verging met man en muis,
verzoop in de tuinvijver,
braakte vissenlatijn
tegen guppen en waterjuffers
die hem niet verstonden
omdat ze van elders kwamen.

Butsenbrokken in het park
toen het treintje de verkeerde afslag nam.
Eenden overreden en konijnen plat,
de schildpad trok zijn kop in
en dacht: ‘Gelukkig!’
Maar het laatste wiel was te veel.
En de ruiten op zijn pantser
verbrokkelden tot scherven,
terwijl hij huilde om de pauw
die fladderrennend het terras opzocht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten