zondag 24 februari 2019

Epos over de mens LXIX



Per daling schommelt het van laag naar hoog,
heen en weer, als isobaren het weer
niet klaren, klaar ik op
lichte dag de karnemelk
met koffiedik.

Fluisterkruid groeit door de tafel,
schudt zijn klokjes tot glazen rammelen
als rinkelend ijs uit de Nestlé fabrieken.

Flessenwater klotst in mijn zak
om de winter weg te spoelen
Nog even dan zomert het weer.

Vale bleekscheet danst in de nacht.
De sprieten groen achter zijn oren
verwelken wanneer ik lach.
Hulpeloos giert rondom.
Ik kan er niets aan doen
dat de melk zuurt waar ik bijsta.
Het is de schuld van de koe,
of anders de kat die haar poot likt,
vol berouw om een uitgekotste haarbal.

“Pertinent” is de leugen die alle anderen overtreft,
of geloof jij mij soms niet?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten