zaterdag 27 april 2019

Epos over de mens CXXXI



De vuige veelvraat vrat een gat in de dag
waardoor alles stroomde dat ik zag
maar niet gezien wilde worden.
Lange horden snorden het leven binnen,
keerden het binnenstebuiten
toen het eenmaal zijn zinnen had gezet
op het definitief bederven van de pret
gingen alle ogen open,
keken angstig in het rond
op zoek naar nog een sprankje grond
om alsnog te kunnen hopen
dat het niet waar mocht zijn.
Gewin sloeg uiteindelijk alles kort en klein!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten