He has to move
to the front to see but tries surrounding in the hope to watch between the
audiences from another angle. The
city dogs betray them. While moving unnoticed and close behind the wall
of backs one of the dressed up species attacks his ones and jumps roaring to
their throat, alarms some others which immediately interfere.
Both wolfhounds
don’t wait but pounce breast to breast upon the mass attackers. Barg, the
heaviest, pinches his jaws in the neck of the instigator, lifts him of the
ground, beats hard back and forth until the dog flies in a vast arch through
the air like a rag doll and lands yards further on his side intensely yelping. Dizzy
the attacker crawls up, stares foolish at the monster that threw him so far and
disappears, tail between the embellished legs.
More and more
dogs, from everywhere and Barg, but Fern also, have the biggest trouble to keep
the crowd at a distance. A smaller one boggles down Ferns’ shoulder while the
wolfhound settles a robust Rottweiler that already lies on his back, the throat
unprotected. Barg defends himself fierce.
A Bullterrier lies death in the dust, a German Sheppard tugs his flank while
he bites at a growling Doberman which roaring changes into crying as soon as the
sharp teeth penetrate the short fur.
Tork is afraid
that the superior power will be too much even for both wolfhounds and wants to
come in between with his stick, urges the unexpected battle when the first
alarmed bystanders aggregate screaming around him. He is being grabbed; too
many hands to defend against. Fearful worried he looks at the fighting dogs while
he is being dragged away to the center of the square.
page 76 |
Hij moet naar voren om te zien maar probeert een
omtrekkende beweging in de hoop vanuit een andere hoek tussen de omstanders
door te kijken. De stadshonden verraden hen. Terwijl hij onopvallend dicht
achter de verzameling ruggen loopt keert een van de verklede exemplaren zich
tegen die van hem en vliegt hen grauwend naar de keel, alarmeert enkele
soortgenoten welke er zich onmiddellijk mee bemoeien.
Beide wolfshonden wachten niet maar storten zich
borst aan borst tussen de te hoop gelopen aanvallers. Barg, de zwaarste, klemt
zijn kaken in de nek van de aanstichter, tilt hem van de grond, slaat hard heen
en weer tot de hond als een lappenpop in een wijde boog door de lucht zwiert en
meters verder fel jankend op zijn zij landt. Duizelig krabbelt de aanvaller
overeind, kijkt dwaas naar het monster dat hem zo ver smeet en verdwijnt met de
staart tussen de uitgedoste poten.
Steeds meer honden, overal vandaan en Barg, maar
ook Fern, hebben de grootste moeite de meute van zich af te houden. Een kleiner
exemplaar bijt zich vast in Ferns schouder terwijl de wolfshond afrekent met
een robuuste rottweiler die al op de rug ligt, de keel onbeschermd. Barg
verdedigt zich woest. Een bullterriër ligt dood in het stof, een Duitse herder
rukt aan zijn flank terwijl hij naar een grauwende dobermann bijt waarvan het
gegrom in gekrijs omslaat zodra de scherpe tanden door de korte vacht dringen.
Tork vreest dat de overmacht zelfs beide
wolfshonden teveel wordt en wil met zijn stok tussenbeide komen, dringt in het
onverwacht ontstane gevecht wanneer de eerste gealarmeerde omstanders zich
joelend rond hen verzamelen. Hij wordt vastgegrepen. Te veel handen om zich te
kunnen verdedigen. Angstig bezorgd kijkt hij naar de vechtende honden terwijl
hij wordt meegesleurd naar het midden van het plein.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten